Zaak C-421/13: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 juli 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht — Duitsland) — Apple, Inc./Deutsches Patent — und Markenamt (Prejudiciële verwijzing — Merken — Richtlijn 2008/95/EG — Artikelen 2 en 3 — Tekens die een merk kunnen vormen — Onderscheidend vermogen — Voorstelling door tekening van inrichting van „flagship store” — Inschrijving als merk voor „diensten” betreffende in deze winkel te koop aangeboden waren)
Zaak C-421/13: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 juli 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht — Duitsland) — Apple, Inc./Deutsches Patent — und Markenamt (Prejudiciële verwijzing — Merken — Richtlijn 2008/95/EG — Artikelen 2 en 3 — Tekens die een merk kunnen vormen — Onderscheidend vermogen — Voorstelling door tekening van inrichting van „flagship store” — Inschrijving als merk voor „diensten” betreffende in deze winkel te koop aangeboden waren)
15.9.2014 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 315/20 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 juli 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht — Duitsland) — Apple, Inc./Deutsches Patent — und Markenamt
(Zaak C-421/13)(1)
((Prejudiciële verwijzing - Merken - Richtlijn 2008/95/EG - Artikelen 2 en 3 - Tekens die een merk kunnen vormen - Onderscheidend vermogen - Voorstelling door tekening van inrichting van „flagship store” - Inschrijving als merk voor „diensten” betreffende in deze winkel te koop aangeboden waren))
2014/C 315/30
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundespatentgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Apple, Inc.
Verwerende partij: Deutsches Patent- und Markenamt
Dictum
De artikelen 2 en 3 van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moeten aldus worden uitgelegd dat de voorstelling van de inrichting van een verkoopruimte voor waren door een gewone tekening zonder opgave van maten of verhoudingen kan worden ingeschreven als merk voor diensten die bestaan in verrichtingen betreffende deze waren maar niet integrerend deel uitmaken van de verkoop van deze waren, mits zij geschikt is om de diensten van de merkaanvrager te onderscheiden van die van andere ondernemingen en mits geen van de in deze richtlijn genoemde weigeringsgronden zich daartegen verzet.