Zaak C-446/13: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 2 oktober 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Société Fonderie 2A/Ministre de l’Économie et des Finances (Prejudiciële verwijzing — Zesde btw-richtlijn — Artikel 8, lid 1, sub a — Bepaling van de plaats van een goederenlevering — Leverancier die is gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van vestiging van de afnemer — Bewerking van het goed in de lidstaat van vestiging van de afnemer)
Zaak C-446/13: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 2 oktober 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Société Fonderie 2A/Ministre de l’Économie et des Finances (Prejudiciële verwijzing — Zesde btw-richtlijn — Artikel 8, lid 1, sub a — Bepaling van de plaats van een goederenlevering — Leverancier die is gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van vestiging van de afnemer — Bewerking van het goed in de lidstaat van vestiging van de afnemer)
24.11.2014 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 421/15 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 2 oktober 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Société Fonderie 2A/Ministre de l’Économie et des Finances
(Zaak C-446/13)(1)
((Prejudiciële verwijzing - Zesde btw-richtlijn - Artikel 8, lid 1, sub a - Bepaling van de plaats van een goederenlevering - Leverancier die is gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van vestiging van de afnemer - Bewerking van het goed in de lidstaat van vestiging van de afnemer))
2014/C 421/20
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d’État
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Société Fonderie 2A
Verwerende partij: Ministre de l’Économie et des Finances
Dictum
Artikel 8, lid 1, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995, moet aldus worden uitgelegd dat de plaats van de levering van een goed dat een in een lidstaat gevestigde vennootschap verkoopt aan een in een andere lidstaat gevestigde afnemer en dat in opdracht van de verkoper door een in deze andere lidstaat gevestigde dienstverrichter wordt afgewerkt om dit goed klaar voor levering te maken voordat het door deze dienstverrichter naar de afnemer wordt verzonden, moet worden geacht zich te bevinden in de lidstaat van vestiging van de afnemer.