Home

Zaak C-201/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (België) op 17 april 2013 — Johan Deckmyn, Vrijheidsfonds VZW tegen Helena Vandersteen e.a.

Zaak C-201/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (België) op 17 april 2013 — Johan Deckmyn, Vrijheidsfonds VZW tegen Helena Vandersteen e.a.

29.6.2013

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 189/6


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Brussel (België) op 17 april 2013 — Johan Deckmyn, Vrijheidsfonds VZW tegen Helena Vandersteen e.a.

(Zaak C-201/13)

2013/C 189/11

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van beroep te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Johan Deckmyn, Vrijheidsfonds VZW

Verweerders: Helena Vandersteen, Christiane Vandersteen, Liliana Vandersteen, Isabelle Vandersteen, Rita Dupont, Amoras II CVOH, WPG Uitgevers België

Prejudiciële vragen

1.

Is het begrip „parodie” een autonoom Unierechtelijk begrip?

2.

Indien ja, dient een parodie de volgende voorwaarden te vervullen of aan de volgende kenmerken te voldoen:

het vertonen van een eigen oorspronkelijk karakter (originaliteit);

en wel zodanig dat de parodie redelijkerwijze niet aan de auteur van het oorspronkelijke werk kan toegeschreven worden;

erop gericht zijn om aan humor te doen of de spot te drijven, ongeacht of de daarbij eventueel geuite kritiek het oorspronkelijke werk of iets dan wel iemand anders raakt;

de bron vermelden van het geparodieerde werk.

3.

Dient een werk nog andere voorwaarden te vervullen of aan andere kenmerken te voldoen om als een parodie bestempeld te kunnen worden?