Zaak C-291/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) op 27 mei 2013 — Sotiris Papasavvas/O Fileleftheros Dimosia Etaireia Ltd, Takis Kounnafi en Giorgos Sertis
Zaak C-291/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) op 27 mei 2013 — Sotiris Papasavvas/O Fileleftheros Dimosia Etaireia Ltd, Takis Kounnafi en Giorgos Sertis
20.7.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 207/33 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) op 27 mei 2013 — Sotiris Papasavvas/O Fileleftheros Dimosia Etaireia Ltd, Takis Kounnafi en Giorgos Sertis
(Zaak C-291/13)
2013/C 207/56
Procestaal: Grieks
Verwijzende rechter
Eparchiako Dikastirio Lefkosias
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sotiris Papasavvas
Verwerende partijen: O Fileleftheros Dimosia Etaireia Ltd, Takis Kounnafi en Giorgos Sertis
Prejudiciële vraag
1. | Kunnen de voorschriften van de lidstaten op het gebied van smaad worden gezien als een beperking op het leveren van informatiediensten voor de toepassing van richtlijn 2000/31/EG, aangezien zij hun weerslag hebben op het vermogen langs elektronische weg informatiediensten te leveren, zowel op nationaal niveau als binnen de EU? |
2. | Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: zijn de bepalingen van de artikelen 12, 13 en 14 van richtlijn 2000/31/EG, betreffende aansprakelijkheid, van toepassing in burgerlijke zaken, zoals in geval van civiele aansprakelijkheid voor smaad, of zijn zij enkel van toepassing in geval van civiele aansprakelijkheid voor handelstransacties/consumentenovereenkomsten? |
3. | Scheppen de artikelen 12, 13 en 14 van richtlijn 2000/31/EG betreffende de aansprakelijkheid van dienstverleners van de informatiemaatschappij, in het licht van hun werkingssfeer en rekening houdend met het feit dat in veel lidstaten een vordering in rechte noodzakelijk is voordat een voorlopig verbod dat van kracht is tot het definitieve vonnis kan worden uitgevaardigd, individuele rechten die in een civiele zaak wegens smaad als verweer kunnen worden ingeroepen, of vormen zij wettelijke beletsels voor het instellen van een dergelijke vordering? |
4. | Zijn de begrippen „diensten van de informatiemaatschappij” en „dienstverlener [van diensten van de informatiemaatschappij]” als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 2000/31/EG en artikel 1, lid 2, van richtlijn 98/34/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/48/EG, van toepassing op online informatiediensten die niet rechtstreeks door de afnemer van de diensten worden vergoed, maar indirect door reclame die verschijnt op de webpagina? |
5. | In hoeverre kunnen de hiernavolgende situaties in het licht van de definitie van „dienstverlener [van diensten van de informatiemaatschappij]” als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 2000/31/EG, en artikel 1, lid 2, van richtlijn 98/34/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/48/EG, onder een of meer van de rechtsfiguren „mere conduit”, „caching” of „hosting” voor de toepassing van de artikelen 12, 13 en 14 van richtlijn 2000/31/EG worden gebracht:
|