Zaak C-374/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 1 juli 2013 door Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 25 april 2013 in zaak T-284/11, Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Zaak C-374/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 1 juli 2013 door Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 25 april 2013 in zaak T-284/11, Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
31.8.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 252/23 |
Hogere voorziening ingesteld op 1 juli 2013 door Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 25 april 2013 in zaak T-284/11, Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
(Zaak C-374/13 P)
2013/C 252/38
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: Metropolis Inmobiliarias y Restauraciones, SL (vertegenwoordiger: J. Carbonell Callicó, abogado)
Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), MIP Metro Group Intellectual Property GmbH & Co. KG
Conclusies
— | het arrest van het Gerecht van 25 april 2013 in zaak T-284/11 vernietigen en bijgevolg de inschrijving van „METROINVEST” (aanvraagnr. 7 112 113) als gemeenschapsmerk ter onderscheiding van diensten van klasse 36 toestaan; |
— | de andere partijen verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Rekwirante voert één middel aan te weten:
— | schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009(1) |
Dit middel bevat evenwel vier onderdelen, te weten:
— | onjuiste beoordeling door het Gerecht en het BHIM wat de vergelijking van de tekens betreft; |
— | niet-inaanmerkingneming door het Gerecht van de toepasselijke rechtspraak inzake de globale beoordeling van het verwarringsgevaar; |
— | geen samenhang met andere beslissingen van het Bureau waarin dezelfde partijen en verwante merken zijn betrokken; |
— | vreedzame co-existentie tussen andere merken die het woord METRO bevatten voor verschillende klassen, waaronder klasse 36. |