Home

Zaak C-616/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 27 november 2013 door Productos Asfálticos (PROAS), S.A. tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 16 september 2013 in zaak T-495/07, PROAS/Commissie

Zaak C-616/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 27 november 2013 door Productos Asfálticos (PROAS), S.A. tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 16 september 2013 in zaak T-495/07, PROAS/Commissie

25.1.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 24/15


Hogere voorziening ingesteld op 27 november 2013 door Productos Asfálticos (PROAS), S.A. tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 16 september 2013 in zaak T-495/07, PROAS/Commissie

(Zaak C-616/13 P)

2014/C 24/27

Procestaal: Spaans

Partijen

Rekwirante: Productos Asfálticos (PROAS), S.A. (vertegenwoordiger: C. Fernández Vicién, abogada)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de hogere voorziening ontvankelijk en gegrond verklaren.

het arrest van het Gerecht van 16 september 2013 vernietigen.

het in eerste aanleg ingestelde beroep toewijzen en de beschikking van de Commissie van 3 oktober 2007 in zaak COMP/F/38.710 — Bitumen (Spanje) nietig verklaren of, subsidiair, de aan de verzoekende partij opgelegde geldboete verlagen.

subsidiair, de zaak voor een nieuwe behandeling terugverwijzen naar het Gerecht.

in ieder geval de Commissie verwijzen in alle kosten van deze procedure en in die van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

1)

Schending door het Gerecht van het beginsel van effectieve bescherming, doordat het de door Productos Asfálticos, S.A. aangevoerde middelen betreffende het bepalen van het bedrag van de sanctie niet heeft onderzocht in het kader van de toetsing met volledige rechtsmacht. Die schending bestaat in:

een onjuiste opvatting door het Gerecht van de door Proas tot staving van haar beroep tot nietigverklaring voor het Gerecht aangevoerde middelen;

geen afzonderlijk onderzoek door het Gerecht van de evenredigheid en de motivering van de opgelegde sanctie wat de gevolgen van de schending betreft;

geen onderzoek door het Gerecht van de naleving door de Commissie van het beginsel van gelijke behandeling en het rechtszekerheidsbeginsel in verband met haar antecedenten, en

geen daadwerkelijk onderzoek van het specifieke gewicht van Proas in de schending en een onterechte afwijzing van de verzoeken om procedurele maatregelen.

2)

Schending door het Gerecht van het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling, alsook van het recht van verweer van Proas, doordat het de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 15, lid 2, van verordening nr. 17(1) worden opgelegd, onjuist heeft uitgelegd.

het Gerecht heeft de Commissie gemachtigd haar eigen richtsnoeren te schenden, doordat het haar heeft toegestaan bij de vaststelling van de geldboete geen rekening te houden met de beperkte gevolgen van een schending, en

het Gerecht heeft het recht van verweer van Proa geschonden, doordat het haar niet de mogelijkheid heeft geboden het weerlegbare vermoeden te weerleggen dat kartels altijd gevolgen hebben.

3)

Schending door het Gerecht van de beginselen van behoorlijk bestuur en van eerbiediging van een redelijke termijn.

4)

Schending door het Gerecht van de op de kosten toepasselijke beginselen.