Home

Zaak C-140/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juli 2015 — Europese Commissie/Republiek Slovenië (Niet-nakoming — Richtlijnen 2008/98/EG en 1999/31/EG — Preventie en verwijdering van gestorte afgegraven grond en ander afval — Storten van afval — Uitblijven van maatregelen tot verwijdering en opslag van dergelijk gestort afval — Uitoefening van gerechtelijke rechtsmiddelen)

Zaak C-140/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juli 2015 — Europese Commissie/Republiek Slovenië (Niet-nakoming — Richtlijnen 2008/98/EG en 1999/31/EG — Preventie en verwijdering van gestorte afgegraven grond en ander afval — Storten van afval — Uitblijven van maatregelen tot verwijdering en opslag van dergelijk gestort afval — Uitoefening van gerechtelijke rechtsmiddelen)

21.9.2015

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/10


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juli 2015 — Europese Commissie/Republiek Slovenië

(Zaak C-140/14)(1)

((Niet-nakoming - Richtlijnen 2008/98/EG en 1999/31/EG - Preventie en verwijdering van gestorte afgegraven grond en ander afval - Storten van afval - Uitblijven van maatregelen tot verwijdering en opslag van dergelijk gestort afval - Uitoefening van gerechtelijke rechtsmiddelen))

(2015/C 311/10)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Sanfrutos Cano en M. Žebre, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Slovenië (vertegenwoordiger: J. Morela, gemachtigde)

Dictum

1)

De Republiek Slovenië,

door toe te staan dat afgegraven grond wordt gestort op perceel nr. 115/1 van de gemeente Teharje (Bukovžlak), zonder zich ervan te vergewissen dat geen enkele andere afvalstof voorheen of tegelijk op dat perceel was toegelaten en dat perceel, aangezien geen enkele maatregel is genomen tot verwijdering daarvan van niet door de afgegeven vergunning gedekt afval, moest worden beschouwd als een illegale stortplaats die niet voldeed aan de voorwaarden en eisen in de zin enerzijds van de artikelen 13 en 36, lid 1, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen alsook anderzijds in de zin van de artikelen 5, lid 3, onder e), 6, gelezen in samenhang met beschikking 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage II van richtlijn 1999/31/EG, 7 tot en met 9, 11 en 12 van richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen, alsook van de bijlagen I tot en met III van deze laatste richtlijn, en

door sinds april 2009 geen voldoende maatregelen te hebben genomen om te voorkomen dat afgegraven grond van de afvalindelingscodes 17 05 06 (niet onder 17 05 05 vallende baggerspecie) en 17 05 05 (baggerspecie die gevaarlijke stoffen bevat), op een gemeentelijk bouwperceel van de commerciële zone van Gaberje-sud wordt gestort, en om ze vervolgens te verwijderen, zodat dat perceel ook als een illegale stortplaats moet worden beschouwd die niet voldoet aan voormelde voorwaarden van de richtlijnen 1999/31 en 2008/98 alsook aan de artikelen 12, 15 en 17 van deze laatste richtlijn,

is de krachtens al deze bepalingen op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Republiek Slovenië wordt verwezen in de kosten.