Home

Zaak C-522/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Sparkasse Allgäu/Finanzamt Kempten (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Artikel 49 VWEU — Regeling van een lidstaat die kredietinstellingen de verplichting oplegt om de belastingadministratie te informeren betreffende de vermogensbestanddelen van overleden klanten met het oog op de heffing van erfbelasting — Toepassing van deze regeling op bijkantoren die zijn gevestigd in een andere lidstaat, waar het bankgeheim in beginsel de mededeling van dergelijke informatie verbiedt)

Zaak C-522/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Sparkasse Allgäu/Finanzamt Kempten (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Artikel 49 VWEU — Regeling van een lidstaat die kredietinstellingen de verplichting oplegt om de belastingadministratie te informeren betreffende de vermogensbestanddelen van overleden klanten met het oog op de heffing van erfbelasting — Toepassing van deze regeling op bijkantoren die zijn gevestigd in een andere lidstaat, waar het bankgeheim in beginsel de mededeling van dergelijke informatie verbiedt)

13.6.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 211/14


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Sparkasse Allgäu/Finanzamt Kempten

(Zaak C-522/14)(1)

((Prejudiciële verwijzing - Vrijheid van vestiging - Artikel 49 VWEU - Regeling van een lidstaat die kredietinstellingen de verplichting oplegt om de belastingadministratie te informeren betreffende de vermogensbestanddelen van overleden klanten met het oog op de heffing van erfbelasting - Toepassing van deze regeling op bijkantoren die zijn gevestigd in een andere lidstaat, waar het bankgeheim in beginsel de mededeling van dergelijke informatie verbiedt))

(2016/C 211/16)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Sparkasse Allgäu

Verwerende partij: Finanzamt Kempten

Dictum

Artikel 49 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een regeling van een lidstaat op grond waarvan kredietinstellingen met maatschappelijke zetel in deze lidstaat verplicht zijn om de nationale autoriteiten informatie te verstrekken over de bij hun in een andere lidstaat gevestigd onzelfstandig bijkantoor in bewaring of in beheer gegeven vermogensbestanddelen bij overlijden van de eigenaar van deze vermogensbestanddelen die ingezetene is van de eerstbedoelde lidstaat, wanneer laatstbedoelde lidstaat geen vergelijkbare informatieplicht kent en daar voor kredietinstellingen een strafrechtelijk gesanctioneerd bankgeheim geldt.