Home

Zaak C-543/14: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a., Jimmy Tessens e.a., Orde van Vlaamse Balies, Orde van advocaten bij de balie te Aarlen e.a./Ministerraad (Btw — Richtlijn 2006/112/EG — Geldigheid en uitlegging van de richtlijn — Diensten van advocaten — Btw-plichtigheid — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Wapengelijkheid — Rechtsbijstand)

Zaak C-543/14: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a., Jimmy Tessens e.a., Orde van Vlaamse Balies, Orde van advocaten bij de balie te Aarlen e.a./Ministerraad (Btw — Richtlijn 2006/112/EG — Geldigheid en uitlegging van de richtlijn — Diensten van advocaten — Btw-plichtigheid — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte — Wapengelijkheid — Rechtsbijstand)

26.9.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 350/4


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a., Jimmy Tessens e.a., Orde van Vlaamse Balies, Orde van advocaten bij de balie te Aarlen e.a./Ministerraad

(Zaak C-543/14)(1)

((Btw - Richtlijn 2006/112/EG - Geldigheid en uitlegging van de richtlijn - Diensten van advocaten - Btw-plichtigheid - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte - Wapengelijkheid - Rechtsbijstand))

(2016/C 350/04)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Grondwettelijk Hof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a., Jimmy Tessens e.a., Orde van Vlaamse Balies, Orde van advocaten bij de balie te Aarlen e.a.

Verwerende partij: Ministerraad

in tegenwoordigheid van: Association Syndicale des Magistrats ASBL, Raad van de balies van de Europese Unie

Dictum

1)

Uit de toetsing van de artikelen 1, lid 2, en 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde aan het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en aan het beginsel van wapengelijkheid, die worden gewaarborgd door artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, is niet gebleken van elementen die afbreuk doen aan de geldigheid van deze richtlijnbepalingen, voor zover diensten van advocaten ten behoeve van rechtzoekenden die geen rechtsbijstand genieten in het kader van een nationaal stelsel van rechtsbijstand, daarbij worden onderworpen aan de belasting over de toegevoegde waarde.

2)

Artikel 9, leden 4 en 5, van het op 25 juni 1998 te Aarhus ondertekende Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden kan niet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de geldigheid van de artikelen 1, lid 2, en 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112.

3)

Artikel 132, lid 1, onder g), van richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat diensten van advocaten ten behoeve van rechtzoekenden die rechtsbijstand genieten in het kader van een nationaal stelsel van rechtsbijstand zoals in het hoofdgeding aan de orde is, niet zijn vrijgesteld van de belasting over de toegevoegde waarde.