Home

Zaak C-546/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Udine — Italië) — procedure ingeleid door Degano Trasporti Sas di Ferrucio Degano & C., in liquidatie (Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Btw — Artikel 4, lid 3, VEU — Richtlijn 2006/112/EG — Insolventie — Procedure van preventief akkoord — Gedeeltelijke betaling van btw-vorderingen)

Zaak C-546/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Udine — Italië) — procedure ingeleid door Degano Trasporti Sas di Ferrucio Degano & C., in liquidatie (Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Btw — Artikel 4, lid 3, VEU — Richtlijn 2006/112/EG — Insolventie — Procedure van preventief akkoord — Gedeeltelijke betaling van btw-vorderingen)

13.6.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 211/15


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 april 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Udine — Italië) — procedure ingeleid door Degano Trasporti Sas di Ferrucio Degano & C., in liquidatie

(Zaak C-546/14)(1)

((Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Btw - Artikel 4, lid 3, VEU - Richtlijn 2006/112/EG - Insolventie - Procedure van preventief akkoord - Gedeeltelijke betaling van btw-vorderingen))

(2016/C 211/17)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Udine

Partijen in het hoofdgeding

Degano Trasporti Sas di Ferrucio Degano & C., in liquidatie

In tegenwoordigheid van: Pubblico Ministero presso il Tribunale di Udine

Dictum

Artikel 4, lid 3, VEU en de artikelen 2, 250, lid 1 en 273 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde staan niet in de weg aan een nationale regeling als in het hoofdgeding, die aldus wordt uitgelegd dat een insolvente ondernemer, teneinde zijn schulden aan te zuiveren door de liquidatie van zijn vermogen, bij een rechter een verzoek tot inleiding van een procedure van preventief akkoord kan indienen, waarin hij slechts gedeeltelijke betaling van een schuld inzake de belasting over de toegevoegde waarde voorstelt en daarbij met een door een onafhankelijke deskundige uitgevoerd onderzoek doet vaststellen dat in geval van faillissement van deze ondernemer geen groter deel van die schuld zou worden terugbetaald.