Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 maart 2016.#Buzzi Unicem SpA tegen Europese Commissie.#Hogere voorziening – Mededinging – Markt voor ‚cement en aanverwante producten’ – Administratieve procedure – Verordening (EG) nr. 1/2003 – Artikel 18, leden 1 en 3 – Besluit houdende een verzoek om inlichtingen – Motivering – Nauwkeurigheid van het verzoek.#Zaak C-267/14 P.
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 maart 2016.#Buzzi Unicem SpA tegen Europese Commissie.#Hogere voorziening – Mededinging – Markt voor ‚cement en aanverwante producten’ – Administratieve procedure – Verordening (EG) nr. 1/2003 – Artikel 18, leden 1 en 3 – Besluit houdende een verzoek om inlichtingen – Motivering – Nauwkeurigheid van het verzoek.#Zaak C-267/14 P.
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 maart 2016 –
Buzzi Unicem/Commissie
(Zaak C‑267/14 P) (1)
„Hogere voorziening — Mededinging — Markt voor ‚cement en aanverwante producten’ — Administratieve procedure — Verordening (EG) nr. 1/2003 — Artikel 18, leden 1 en 3 — Besluit houdende een verzoek om inlichtingen — Motivering — Nauwkeurigheid van het verzoek”
1. | Hogere voorziening — Middelen — Ontoereikende of tegenstrijdige motivering — Ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punt 16) |
2. | Handelingen van de instellingen — Motivering — Verplichting — Omvang — Beoordeling van de motiveringsplicht aan de hand van de omstandigheden van het geval — Noodzaak om alle relevante feitelijke en juridische elementen te vermelden — Geen (Art. 296 VWEU) (cf. punt 17) |
3. | Mededinging — Administratieve procedure — Verzoek om inlichtingen — Motiveringsplicht — Omvang (Art. 296, tweede alinea, VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 18, 20‑22, 25, 38‑40) |
Dictum
1) | Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 14 maart 2014, Buzzi Unicem/Commissie (T‑297/11, EU:T:2014:122), wordt vernietigd. |
2) | Besluit C(2011) 2356 definitief van de Commissie van 30 maart 2011 inzake een procedure op grond van artikel 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak COMP/39520 – Cement en aanverwante producten) wordt nietig verklaard. |
3) | De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in die van Buzzi Unicem SpA in eerste aanleg in zaak T‑297/11 en in de onderhavige hogere voorziening. |