Zaak C-198/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Helsingin hovioikeus (Finland) op 22 april 2014 — Valev Visnapuu/Kihlakunnansyyttäjä (Helsinki), Suomen valtio — Tullihallitus
Zaak C-198/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Helsingin hovioikeus (Finland) op 22 april 2014 — Valev Visnapuu/Kihlakunnansyyttäjä (Helsinki), Suomen valtio — Tullihallitus
30.6.2014 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 202/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Helsingin hovioikeus (Finland) op 22 april 2014 — Valev Visnapuu/Kihlakunnansyyttäjä (Helsinki), Suomen valtio — Tullihallitus
(Zaak C-198/14)
2014/C 202/15
Procestaal: Fins
Verwijzende rechter
Helsingin hovioikeus
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Valev Visnapuu
Verwerende partijen: Kihlakunnansyyttäjä (Helsinki), Suomen valtio — Tullihallitus
Prejudiciële vragen
1) | Dient de toelaatbaarheid van de Finse accijnsregeling voor drankverpakkingen, volgens welke drankverpakkingsaccijns wordt geheven indien de verpakking niet valt onder een retoursysteem, worden getoetst aan artikel 110 VWEU in plaats van artikel 34 VWEU? Bij dit retoursysteem moet het gaan om een statiegeldsysteem waarbij door de verpakker of de invoerder van de dranken individueel of op de in de jätelaki of de overeenkomstige wetgeving betreffende de regio Ahvenmaa bepaalde wijze wordt gezorgd voor hergebruik of recycling van de drankverpakkingen, hetzij doordat de verpakking opnieuw wordt gevuld hetzij wordt aangewend ter terugwinning van stoffen. |
2) | Voor het geval dat de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, is de genoemde regeling verenigbaar met de artikelen 1, lid 1, 7 en 15 van richtlijn 94/62/EG(1), mede bezien in het licht van artikel 110 VWEU? |
3) | Voor het geval dat de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, is de genoemde regeling verenigbaar met de artikelen 1, lid 1, 7 en 15 van richtlijn 94/EG, mede bezien in het licht van artikel 34 VWEU? |
4) | Voor het geval dat de derde vraag ontkennend wordt beantwoord, moet worden aangenomen dat artikel 36 VWEU de Finse accijnsregeling voor drankverpakkingen toestaat? |
5) | Kan het vereiste dat eenieder die alcoholische dranken gebruikt voor commerciële doeleinden, ter zake van zijn handelingen met betrekking tot de ingevoerde alcoholische dranken dient te beschikken over een speciale detailhandelsvergunning, in een situatie waarin een Finse koper via internet of via andere manieren van verkoop op afstand alcoholische dranken koopt van een in een andere lidstaat gevestigde verkoper die het vervoer naar Finland verzorgt, geacht worden betrekking te hebben op het bestaan van een monopolie of een deel uit te maken van de werking van een monopolie, zodat de bepalingen van artikel 34 VWEU zich er niet tegen verzetten en het vereiste moet worden beoordeeld in het licht van artikel 37 VWEU? |
6) | Voor het geval dat de vijfde vraag bevestigend wordt beantwoord, is het vergunningsvereiste verenigbaar met de in artikel 37 VWEU gestelde voorwaarden voor nationale monopolies van commerciële aard? |
7) | Voor het geval dat de vijfde vraag ontkennend wordt beantwoord en artikel 34 VWEU toepasselijk is, vormt de Finse regeling, volgens welke, ingeval via internet of via andere manieren van verkoop op afstand alcoholische dranken uit het buitenland worden besteld, de invoer van die dranken voor eigen gebruik slechts is toegestaan wanneer de persoon die de bestelling plaatst zelf, of een derde die niet de verkoper is, de alcoholische dranken het land binnenbrengt, terwijl in de andere gevallen voor de invoer een vergunning krachtens de alkoholilaki is vereist, een met artikel 34 VWEU strijdige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking? |
8) | Voor het geval de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, kan een dergelijk invoerverbod dan als gerechtvaardigd en evenredig ter bescherming van de gezondheid en het leven van personen worden aangemerkt? |