Home

Zaak C-303/14: Beroep ingesteld op 24 juni 2014 — Europese Commissie/Republiek Polen

Zaak C-303/14: Beroep ingesteld op 24 juni 2014 — Europese Commissie/Republiek Polen

17.11.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 409/27


Beroep ingesteld op 24 juni 2014 — Europese Commissie/Republiek Polen

(Zaak C-303/14)

2014/C 409/39

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Mifsud-Bonnici en K. Herrmann, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Polen, door de Commissie niet in kennis te stellen van de certificeringsinstanties voor personeelsleden en bedrijven en van de titels van de certificaten voor personeelsleden en bedrijven die betrokken zijn bij activiteiten inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen, die het voorwerp vormen van de uitvoeringsverordeningen van de Commissie, en door niet de regels vast te stellen voor de sancties op inbreuken op de bepalingen van verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen(1) en de Commissie niet in kennis te stellen van die regels, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 5, lid 2, van deze verordening, gelezen in samenhang met artikel 12, lid 3, van verordening (EG) nr. 303/2008 van de Commissie(2), artikel 12, lid 3, van verordening (EG) nr. 304/2008 van de Commissie(3), artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 305/2008 van de Commissie(4), artikel 6, lid 1, van verordening (EG) nr. 306/2008 van de Commissie(5), artikel 4, lid 2, van verordening (EG) nr. 307/2008 van de Commissie(6), artikel 1 van verordening (EG) nr. 308/2008 van de Commissie(7) en artikel 13, lid 2, van verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad;

de Republiek Polen verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Artikel 5, lid 2, van verordening nr. 842/2006 legt de lidstaten de verplichting op om de Commissie in kennis te stellen van hun opleidings- en certificeringsprogramma’s voor bedrijven en personeelsleden die betrokken zijn bij de installatie, het onderhoud of de service inzake de onder artikel 3, lid 1, vallende apparatuur en systemen alsmede bij de terugwinning van gefluoreerde broeikasgassen. Deze verplichting werd gepreciseerd door uitvoeringsverordeningen die de Commissie op grond van artikel 5, lid 1, van verordening nr. 842/2006 heeft vastgesteld.

Volgens het eerste middel heeft de Republiek Polen tot op vandaag de Commissie niet de namen meegedeeld van de certificeringsinstanties voor personeelsleden en bedrijven die betrokken zijn bij lekkagecontrole, installatie, onderhoud of revisie van stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur, stationaire brandbeveiligingssystemen en brandblusapparaten, en bij de terugwinning van die gefluoreerde broeikasgassen, en evenmin de titels van de certificaten voor personeelsleden en bedrijven die voldoen aan de eisen voor certificering als bedoeld in de uitvoeringsverordeningen van de Commissie. Zij heeft evenmin de namen meegedeeld van de certificeringsinstanties voor personeel dat bepaalde gefluoreerde broeikasgassen terugwint uit hoogspanningsschakelaars en dat bepaalde oplosmiddelen op basis van gefluoreerde broeikasgassen terugwint uit apparatuur, alsmede de titels van de certificaten voor personeel dat voldoet aan de eisen voor certificering als bedoeld in de uitvoeringsverordeningen van de Commissie. De Poolse autoriteiten hebben de Commissie evenmin kennis gegeven van de namen van de instanties voor de afgifte van opleidingsgetuigschriften en van de titels van de opleidingsgetuigschriften die voldoen aan de eisen van artikel 3, lid 2, van verordening nr. 307/2008 van de Commissie, overeenkomstig het model vastgesteld bij verordening nr. 308/2008 van de Commissie.

Volgens het tweede middel zijn de nationale regels voor de sancties op inbreuken op de bepalingen van verordening nr. 842/2006 niet meegedeeld aan de Commissie. De verplichting tot vaststelling van sancties en mededeling ervan aan de Commissie is bijzonder belangrijk teneinde de volle werking te verzekeren van de verplichtingen die bij de artikelen 3, 4 en 5 van verordening nr. 842/2006 zijn opgelegd aan de exploitanten van stationaire toepassingen. Bovendien zijn de vaststelling van dergelijke sancties en de mededeling ervan aan de Commissie van wezenlijk belang om te verzekeren dat de verplichtingen worden nageleefd die krachtens artikel 7 rusten op de producenten van producten en apparaten die gefluoreerde broeikasgassen bevatten. Ook de niet-eerbiediging van het in de artikelen 8 en 9 van verordening nr. 842/2006 neergelegde verbod dient te worden bestraft door nationale regels in de zin van artikel 13, lid 1, van deze verordening, die hadden moeten worden meegedeeld aan de Commissie.