Zaak T-89/14: Arrest van het Gerecht van 30 november 2016 — Export Development Bank of Iran/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran — Bevriezing van tegoeden — Nieuwe plaatsing van verzoeksters naam op de lijst na nietigverklaring door het Gerecht van de oorspronkelijke plaatsing — Onjuiste toepassing van het recht — Onjuiste opvatting van de feiten — Motiveringsplicht — Rechten van de verdediging — Recht op effectieve rechterlijke bescherming — Evenredigheid — Gelijke behandeling”)
Zaak T-89/14: Arrest van het Gerecht van 30 november 2016 — Export Development Bank of Iran/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran — Bevriezing van tegoeden — Nieuwe plaatsing van verzoeksters naam op de lijst na nietigverklaring door het Gerecht van de oorspronkelijke plaatsing — Onjuiste toepassing van het recht — Onjuiste opvatting van de feiten — Motiveringsplicht — Rechten van de verdediging — Recht op effectieve rechterlijke bescherming — Evenredigheid — Gelijke behandeling”)
23.1.2017 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 22/22 |
Arrest van het Gerecht van 30 november 2016 — Export Development Bank of Iran/Raad
(Zaak T-89/14)(1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran - Bevriezing van tegoeden - Nieuwe plaatsing van verzoeksters naam op de lijst na nietigverklaring door het Gerecht van de oorspronkelijke plaatsing - Onjuiste toepassing van het recht - Onjuiste opvatting van de feiten - Motiveringsplicht - Rechten van de verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Evenredigheid - Gelijke behandeling”))
(2017/C 022/28)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Export Development Bank of Iran (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: J.-M. Thouvenin, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: V. Piessevaux en M. Bishop, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Aresu en D. Gauci, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende, primair, tot nietigverklaring van besluit 2013/661/GBVB van de Raad van 15 november 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB 2013, L 306, blz. 18), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1154/2013 van de Raad van 15 november 2013 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2013, L 306, blz. 3), voor zover deze handelingen verzoekster betreffen, en, subsidiair, tot nietigverklaring van besluit 2013/661 en van uitvoeringsverordening nr. 1154/2013, voor zover deze handelingen verzoekster betreffen vanaf 20 januari 2014
Dictum
1) | Het beroep wordt verworpen. |
2) | Export Development Bank of Iran draagt haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie. |
3) | De Europese Commissie draagt haar eigen kosten. |