Zaak T-382/14: Arrest van het Gerecht van 24 september 2015 — Rintisch/BHIM — Compagnie laitière européenne (PROTICURD) [„Gemeenschapsmerk — Oppositieprocedure — Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Gemeenschap — Woordmerk PROTICURD — Oudere nationale woordmerken PROTI en PROTIPLUS — Ouder nationaal beeldmerk Proti Power — Relatieve weigeringsgrond — Ontvankelijkheid — Artikel 59 van verordening (EG) nr. 207/2009 en artikel 8, lid 3, van verordening (EG) nr. 216/96. — Motiveringsplicht — Artikel 75 van verordening nr. 207/2009 — Normaal gebruik van de oudere merken — Artikel 42, lid 2, van verordening nr. 207/2009 — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009”]
Zaak T-382/14: Arrest van het Gerecht van 24 september 2015 — Rintisch/BHIM — Compagnie laitière européenne (PROTICURD) [„Gemeenschapsmerk — Oppositieprocedure — Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Gemeenschap — Woordmerk PROTICURD — Oudere nationale woordmerken PROTI en PROTIPLUS — Ouder nationaal beeldmerk Proti Power — Relatieve weigeringsgrond — Ontvankelijkheid — Artikel 59 van verordening (EG) nr. 207/2009 en artikel 8, lid 3, van verordening (EG) nr. 216/96. — Motiveringsplicht — Artikel 75 van verordening nr. 207/2009 — Normaal gebruik van de oudere merken — Artikel 42, lid 2, van verordening nr. 207/2009 — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009”]
23.11.2015 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 389/51 |
Arrest van het Gerecht van 24 september 2015 — Rintisch/BHIM — Compagnie laitière européenne (PROTICURD)
(Zaak T-382/14)(1)
([„Gemeenschapsmerk - Oppositieprocedure - Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Gemeenschap - Woordmerk PROTICURD - Oudere nationale woordmerken PROTI en PROTIPLUS - Ouder nationaal beeldmerk Proti Power - Relatieve weigeringsgrond - Ontvankelijkheid - Artikel 59 van verordening (EG) nr. 207/2009 en artikel 8, lid 3, van verordening (EG) nr. 216/96. - Motiveringsplicht - Artikel 75 van verordening nr. 207/2009 - Normaal gebruik van de oudere merken - Artikel 42, lid 2, van verordening nr. 207/2009 - Verwarringsgevaar - Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009”])
(2015/C 389/56)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Bernhard Rintisch (Bottrop, Duitsland) (vertegenwoordiger: A. Dreyer, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (vertegenwoordiger: A. Schifko, gemachtigde)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het BHIM, interveniënte voor het Gerecht: Compagnie laitière européenne SA (Condé-Sur-Vire, Frankrijk) (vertegenwoordiger: C. Hertz-Eichenrode, advocaat)
Voorwerp
Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 14 maart 2014 (zaak R 609/2011-4) inzake een oppositieprocedure tussen Rintisch en Compagnie laitière européenne SA.
Dictum
1) | De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 14 maart 2014 (zaak R 609/2011-4) wordt vernietigd. |
2) | Het BHIM draagt zijn eigen kosten en die van Rintisch. |
3) | Compagnie laitière européenne SA draagt haar eigen kosten. |