Zaak T-790/14: Arrest van het Gerecht van 21 juli 2016 — Hassan/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Syrië — Bevriezing van tegoeden — Inreisbeperking — Nietigverklaring van eerdere handelingen door een arrest van het Gerecht — Nieuwe handelingen waarbij de naam van de verzoekende partij op lijsten wordt geplaatst — Kennelijk onjuiste beoordeling — Recht op eigendom — Evenredigheid — Vermoeden van onschuld — Niet-contractuele aansprakelijkheid”)
Zaak T-790/14: Arrest van het Gerecht van 21 juli 2016 — Hassan/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Syrië — Bevriezing van tegoeden — Inreisbeperking — Nietigverklaring van eerdere handelingen door een arrest van het Gerecht — Nieuwe handelingen waarbij de naam van de verzoekende partij op lijsten wordt geplaatst — Kennelijk onjuiste beoordeling — Recht op eigendom — Evenredigheid — Vermoeden van onschuld — Niet-contractuele aansprakelijkheid”)
5.9.2016 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 326/23 |
Arrest van het Gerecht van 21 juli 2016 — Hassan/Raad
(Zaak T-790/14)(1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Syrië - Bevriezing van tegoeden - Inreisbeperking - Nietigverklaring van eerdere handelingen door een arrest van het Gerecht - Nieuwe handelingen waarbij de naam van de verzoekende partij op lijsten wordt geplaatst - Kennelijk onjuiste beoordeling - Recht op eigendom - Evenredigheid - Vermoeden van onschuld - Niet-contractuele aansprakelijkheid”))
(2016/C 326/41)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Samir Hassan (Damascus, Syrië) (vertegenwoordiger: L. Pettiti, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: S. Kyriakopoulou en G. Étienne, gemachtigden)
Voorwerp
Enerzijds een verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2014/678/GBVB van de Raad van 26 september 2014 tot uitvoering van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2014, L 283, blz. 59), van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1013/2014 van de Raad van 26 september 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB 2014, L 283, blz. 9), van besluit (GBVB) 2015/837 van de Raad van 28 mei 2015 houdende wijziging van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2015, L 132, blz. 82) en van uitvoeringsverordening (EU) 2015/828 van de Raad van 28 mei 2015 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB 2015, L 132, blz. 3), voor zover deze handelingen verzoeker betreffen, en anderzijds een verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoeker door die handelingen zou hebben geleden
Dictum
1) | Het beroep wordt verworpen. |
2) | Samir Hassan wordt verwezen in de kosten. |