Home

Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 26 februari 2016

Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 26 februari 2016

Gegevens

Instantie
Gerechtshof EU
Datum uitspraak
26 februari 2016

Uitspraak

Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 26 februari 2016 –

Vidmar e.a./Commissie

(Zaak T‑507/14)

"Niet-contractuele aansprakelijkheid - Toetreding van Kroatië tot de Unie - Intrekking vóór de toetreding van een nationale wettelijke regeling die voorziet in de invoering van het beroep van uitvoeringsambtenaar - Schade geleden door de personen die tevoren tot uitvoeringsambtenaren zijn benoemd - Verzuim van de Commissie om maatregelen te nemen met het oog op de naleving van de toetredingsverbintenissen - Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die particulieren rechten toekent - Artikel 36 van de Toetredingsakte"

1. Niet-contractuele aansprakelijkheidNiet-nakoming door de instellingen van de Unie van een wettelijke verplichting om te handelenVerzuim van de Commissie om maatregelen te treffen met het oog op de naleving van de toetredingsverbintenissen van de Republiek Kroatië betreffende haar gerechtelijk systeemVerzuim om maatregelen te treffen ter voorkoming van de afschaffing van een wet betreffende de uitvoeringsambtenarenVerplichting voor de Commissie om te handelenGeenOntbreken van een onwettigheid op grond waarvan de Unie niet-contractueel aansprakelijk kan worden geacht (Art. 17, lid 1, VEU; art. 340, tweede alinea, VWEU; Toetredingsakte van 2012, art. 36 en bijlage VII) (cf. punten 43, 47‑50, 52‑56, 63)

2. Internationale overeenkomstenOvereenkomsten van de UnieNakoming door derde land van aangegane verplichtingenToezicht door de Commissie op de correcte toepassing van de overeenkomst (Art. 17, lid 1, VEU) (cf. punt 67)

3. Recht van de Europese UnieBeginselenBescherming van het gewettigd vertrouwenVoorwaardenVerzuim van de Commissie om maatregelen te treffen waarmee een tot de Unie toetredende Staat kan worden belet een wet in het kader van de in zijn toetredingsakte tot de Unie voorziene hervorming van het gerechtelijke systeem af te schaffenSteun van de Commissie tot goedkeuring van de wetGeen verplichting voor de toetredende Staat om de wet te handhavenGeen gewettigd vertrouwen (Toetredingsakte van 201, art. 36 en bijlage VII) (cf. punten 70, 72‑74)

Voorwerp

Beroep tot vergoeding van schade die verzoekers stellen te hebben geleden wegens het onrechtmatige handelen van de Commissie bij haar toezicht op de naleving van de toetredingsverbintenissen door de Republiek Kroatië

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Vedran Vidmar en Darko Graf alsook de andere verzoekers wier namen zijn opgenomen in de bijlage, worden verwezen in de kosten.