Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 25 januari 2017
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 25 januari 2017
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof EU
- Datum uitspraak
- 25 januari 2017
Uitspraak
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 25 januari 2017 –
ANKO/Commissie
(Zaak T‑768/14)
"„Arbitrageclausule - Subsidieovereenkomst gesloten in het kader van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007‑2013) - Project Pocemon - Subsidiabele kosten - Reconventionele vordering - Terugbetaling van de uitgekeerde bedragen - Vertragingsrente”"
Gerechtelijke procedureAdiëring van het Gerecht op basis van een arbitragebedingOvereenkomst onderworpen aan het nationale rechtToepasselijkheid van het nationale materiële rechtNiet-toepasselijkheid van de nationale regeling inzake bevoegdheidNationale regeling inzake het bewijs zijnde een deel van het materiële recht
(Art. 272 VWEU)
(zie punten 41, 42)
Begroting van de Europese UnieFinanciële bijstand van de UnieVerplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van de bijstand in acht te nemenOpstellen van een auditverslag door de CommissieAuditverslag dat geen voorbereidend document van een bezwarende handeling vormtNiet-toepasselijkheid van het beginsel van hoor en wederhoor en van het recht om te worden gehoord
(Art. 288 VWEU en 299 VWEU)
(zie punten 47‑49)
Begroting van de Europese UnieFinanciële bijstand van de UnieVerplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van de bijstand in acht te nemenFinanciering uitsluitend voor daadwerkelijk gedane uitgavenBewijs dat de gedeclareerde kosten daadwerkelijk zijn gemaaktVerdeling van de bewijslast
(Art. 317 VWEU)
(zie punten 57‑59, 133, 134)
Begroting van de Europese UnieFinanciële bijstand van de UnieVerplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van de bijstand in acht te nemenFinanciering uitsluitend voor daadwerkelijk gedane uitgavenBewijs dat de gedeclareerde kosten daadwerkelijk zijn gemaaktPersoneelskostenNiet-naleving van een verplichting om betrouwbare arbeidstijdsoverzichten over te leggen teneinde de voor uitvoering van de overeenkomsten gedeclareerde personeelskosten te rechtvaardigenNiet-subsidiabele kosten
(zie punten 77‑97)
Begroting van de Europese UnieFinanciële bijstand van de UnieVerplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van de bijstand in acht te nemenFinanciering uitsluitend voor daadwerkelijk gedane uitgavenBewijs dat de gedeclareerde kosten daadwerkelijk zijn gemaaktFinanciële audit door de CommissieWeigering van toegang tot de door de auditors gevraagde informatieNiet-naleving van de voorwaarden voor toekenning van bijstand
(zie punten 115‑124)
Begroting van de Europese UnieFinanciële bijstand van de UnieVerplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van de bijstand in acht te nemenFinanciering uitsluitend voor daadwerkelijk gedane uitgavenProcedure door de Commissie ingesteld tot terugvordering van de betaalde voorschottenVerzoek tot terugvordering op grond van de contractuele bedingenSchending van het evenredigheidsbeginselGeen
(zie punt 140)
Begroting van de Europese UnieFinanciële bijstand van de UnieVerplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van de bijstand in acht te nemenFinanciering uitsluitend voor daadwerkelijk gedane uitgavenProcedure door de Commissie ingesteld tot terugvordering van de betaalde voorschottenInaanmerkingneming van de conclusies van het definitieve auditverslag
(zie punt 148)
Voorwerp
Ten eerste, verzoek krachtens artikel 272 VWEU tot ongegrondverklaring van het verzoek van de Commissie tot terugbetaling van een bedrag dat aan verzoekster is uitgekeerd op grond van overeenkomst nr. 216088 voor de financiering van het project „Monitoring- en diagnoseplatform voor auto-immuunziektes”, gesloten in het kader van het Zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007‑2013), en ten tweede, tegenvordering tot veroordeling van verzoekster tot terugbetaling van een bij de uitvoering van deze overeenkomst onverschuldigd uitgekeerd bedrag
Dictum
Het beroep van ANKO AE Antiprosopeion, Emporiou kai Viomichanias wordt verworpen.
ANKO AE Antiprosopeion, Emporiou kai Viomichanias wordt veroordeeld om aan de Europese Commissie het bedrag van 377 733,93 EUR te betalen, vermeerderd met de vertragingsrente op de voet van 3,75 % vanaf 3 mei 2014 tot de dag van volledige betaling van dat bedrag.
ANKO AE Antiprosopeion, Emporiou kai Viomichanias wordt verwezen in de kosten.