Home

Zaak T-107/14: Beroep ingesteld op 14 februari 2014 — Helleense Republiek/Commissie

Zaak T-107/14: Beroep ingesteld op 14 februari 2014 — Helleense Republiek/Commissie

28.4.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 129/31


Beroep ingesteld op 14 februari 2014 — Helleense Republiek/Commissie

(Zaak T-107/14)

2014/C 129/39

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: I. Chalkias, E. Leutheriotou en A. Vasilopoulou)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 12 december 2013 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), waarvan kennis is gegeven onder nummer C(2013) 8743 en dat is bekendgemaakt in het Publicatieblad L 338/2013, nietig verklaren voor zover aan EU-financiering worden onttrokken: a) kosten voor een totaalbedrag van 78 813 783,87 EUR, die de Helleense Republiek heeft gemaakt in het kader van de bedrijfstoeslagregeling voor de begrotingsjaren 2008-2010 en b) kosten voor een totaalbedrag van 22 230 822,10 EUR, die de Helleense Republiek heeft gemaakt in het kader van de randvoorwaardenregeling voor de begrotingsjaren 2006-2010;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij volgende middelen aan.

1.

Wat de bij het bestreden besluit toegepaste correctie ter zake van de bedrijfstoeslagregeling als bedoeld in verordening nr. 1782/2003 (toeslagrechten)(1) betreft:

Eerste middel tot nietigverklaring:

ontbreken van rechtsgrondslag voor het toepassen van correcties wat de berekening van de toeslagrechten en de verdeling van de nationale reserve betreft, alsmede onjuiste uitlegging en toepassing van de artikelen 42 en 43 van verordening nr. 1782/2003, 21 en 28, leden 1 en 2, van verordening nr. 795/2004(2) en 31 van verordening nr. 1290/2005(3);

onrechtmatige toepassing van forfaitaire correcties ter zake van de bedrijfstoeslagregeling, omdat er geen geldige rechtsgrondslag is voor de toepassing van de oude richtsnoeren bedoeld in document VI/5530/1997 op het nieuwe GLB en op de bedrijfstoeslagregeling of omdat de toepassing van de oude richtsnoeren op het nieuwe GLB blijk geeft van een onjuist gebruik door de Europese Commissie van haar discretionaire bevoegdheid op het gebied van financiële correcties en tevens ernstig afbreuk doet aan het evenredigheidsbeginsel.

Tweede middel tot nietigverklaring, betreffende het meerekenen van alle voederarealen bij de berekening van de referentiebedragen:

in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en, het evenredigheidsbeginsel en met overschrijding van de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid stelt de Commissie een forfaitaire correctie van 5 % voor, terwijl zij geen correctie zou moeten voorstellen of de correctie tot 2 % zou moeten beperken.

Derde middel tot nietigverklaring, betreffende het meerekenen van alle voederarealen bij de berekening van de referentiebedragen:

schending van artikel 4 van verordening nr. 2529/2001, zodat de berekeningsbasis van de voorgestelde forfaitaire correctie onjuist is; die correctie moet worden beperkt tot een bedrag van 162 920 267,28 EUR voor het jaar 2007, 162 528 761,38 EUR voor het jaar 2008 en 161 343 586,94 EUR voor het jaar 2009.

Vierde middel tot nietigverklaring, betreffende de verdeling van de nationale reserve:

onjuiste uitlegging van de bepalingen van artikel 42 van verordening nr. 1782/03 en van artikel 21 van verordening nr. 795/2004 (criteria voor de verdeling van de nationale reserve) en onjuiste beoordeling van de feitelijke omstandigheden.

Vijfde middel tot nietigverklaring, betreffende de verdeling van de nationale reserve:

er is niet voldaan aan de toepassingsvoorwaarden van verordening nr. 1290/2005, omdat de vaststellingen van de Commissie in verband met de nationale criteria voor de verdeling van de nationale reserve niet in strijd zijn met die verordening;

onjuiste uitlegging en toepassing van artikel 31 van verordening nr. 1290/2005 en van de richtsnoeren van document VI/5530/1997, aangezien ten eerste, de grieven die de Commissie aanvoert met betrekking tot de criteria voor de verdeling van de nationale reserve, zelfs indien ze bewezen zouden zijn, niet tot gevolg hebben gehad dat bedragen aan niet-gerechtigden zijn betaald en geen risico op schade voor het ELGF hebben meegebracht, en ten tweede, de betrokken grieven geen betrekking hebben op het ontbreken van een wezenlijk toezicht en dus niet rechtvaardigen dat een forfaitaire correctie van 10 % wordt toegepast.

2.

Aangaande de correctie die door het bestreden besluit is toegepast op het gebied van de randvoorwaarden:

Zesde middel tot nietigverklaring:

document AGRI-2005-64043 van de Commissie, dat is vastgesteld op 9 juni 2006, kan geen geldige rechtsgrondslag vormen voor het toepassen van een financiële correctie. Hoe dan ook kan dit document niet retroactief werken om een correctie voor het jaar 2006 toe te passen.

Zevende middel tot nietigverklaring, betreffende in het bijzonder betrekking het aanvraagjaar 2008:

de financiële correcties zijn toegepast in strijd met de procedure van de artikelen 11 van verordening nr. 885/2006 en 31 van verordening nr. 1290/2005;

hoe dan ook is de Commissie op basis van een onjuiste beoordeling van de feiten en op basis van een ontoereikende motivering tot de slotsom gekomen dat is aangetoond dat het wezenlijk toezicht op het gebied van de randvoorwaarden gebrekkig was.

Achtste middel tot nietigverklaring: onjuiste uitlegging van document AGRI-2005-64043:

schending van de grenzen van de aan de Commissie verleende discretionaire bevoegdheid, die heeft geleid tot het toepassen van correcties die onevenredig zijn in verhouding tot de vastgestelde gebreken, voor zover voor de jaren 2006 en 2007 een correctie van 5 % wordt toegepast;

fout bij de vaststelling van de berekeningsbasis van de toegepaste correctie.