Zaak T-118/14: Beroep ingesteld op 17 februari 2014 — LDC Argentina/Raad
Zaak T-118/14: Beroep ingesteld op 17 februari 2014 — LDC Argentina/Raad
19.5.2014 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 151/23 |
Beroep ingesteld op 17 februari 2014 — LDC Argentina/Raad
(Zaak T-118/14)
2014/C 151/31
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: LDC Argentina SA (Buenos Aires, Argentinië) (vertegenwoordigers: J. Bellis en R. Luff, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
Verzoekster verzoekt het Gerecht:
— | uitvoeringsverordening (EU) nr. 1194/2013 van de Raad van 19 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië (PB L 315, blz. 2) nietig te verklaren, voor zover zij verzoekster betreft, en |
— | verweerder te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan.
1. | Eerste middel: de instellingen hebben de feiten kennelijk onjuist beoordeeld door te oordelen dat sprake was van een verstoring van de prijzen van sojabonen en sojaolie die toepassing van artikel 2, lid 5, tweede alinea, van de basisverordening(1) rechtvaardigde. |
2. | Tweede middel: de instellingen hebben artikel 2, lid 5, tweede alinea, van de basisverordening in het onderhavige geding ten onrechte toegepast op invoer uit een WTO-lidstaat, aangezien deze toepassing onverenigbaar is met de antidumpingovereenkomst van de WTO. |
3. | Derde middel: bij de vaststelling van de schade is in strijd met artikel 3, lid 7, van de basisverordening geen rekening gehouden met factoren die het oorzakelijke verband tussen de beweerde schade en de invoer met dumping doorbreken. |