Zaak T-372/14: Beroep ingesteld op 26 mei 2014 — HK Intertrade/Raad
Zaak T-372/14: Beroep ingesteld op 26 mei 2014 — HK Intertrade/Raad
11.8.2014 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 261/35 |
Beroep ingesteld op 26 mei 2014 — HK Intertrade/Raad
(Zaak T-372/14)
2014/C 261/60
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: HK Intertrade Co. Ltd (Wanchai, Hongkong) (vertegenwoordigers: J. Grayston, Solicitor, P. Gjørtler, G. Pandey, D. Rovetta, D. Sellers en N. Pilkington, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
Verzoekster verzoekt het Gerecht:
— | het besluit van de Raad in de brief van 14 maart 2014, die was gericht aan verzoeksters advocaten, met betrekking tot de herziening van de lijst van aangewezen personen en entiteiten in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, zoals gewijzigd bij besluit 2012/829/GBVB van de Raad van 21 december 2012, en in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, zoals uitgevoerd bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1264/2012 van de Raad van 21 december 2012, nietig te verklaren, voor zover daarbij wordt geweigerd verzoekster te schrappen van de lijst van personen en entiteiten die aan de beperkende maatregelen zijn onderworpen; |
— | overeenkomstig artikel 50, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering onderhavige zaak te voegen met zaak T-159/13, en |
— | de Raad te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan, namelijk dat het besluit onvoldoende was gemotiveerd en dat de Raad blijk heeft gegeven van een kennelijke beoordelingsfout.
Verzoekster stelt dat hoewel zij een dochteronderneming is van de op een lijst geplaatste onderneming National Iranian Oil Company (NIOC), de Raad niet heeft aangetoond dat deze omstandigheid de Iraanse Staat een economisch voordeel oplevert dat in strijd is met het doel van de bestreden maatregelen. Voorts voert verzoekster aan dat de Raad haar in feite nooit op een lijst heeft geplaatst, wat hij niet kan verhelpen door — zoals in casu — een rectificatie.