Home

Zaak T-744/14: Beroep ingesteld op 3 november 2014 — Meta Group/Commissie

Zaak T-744/14: Beroep ingesteld op 3 november 2014 — Meta Group/Commissie

22.12.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 462/30


Beroep ingesteld op 3 november 2014 — Meta Group/Commissie

(Zaak T-744/14)

(2014/C 462/43)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Meta Group Srl (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: A. Bartolini en A. Formica, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

vaststellen dat de Commissie de financiële verplichtingen niet is nagekomen die voortvloeien uit de hieronder genoemde subsidieovereenkomsten, voor in totaal 5 66 377,63 EUR aan wel verschuldigde en niet uitgekeerde bijdragen, en vaststellen dat de verrekening met de vorderingen van verzoekster onrechtmatig is;

dienovereenkomstig de Commissie veroordelen verzoekster het genoemde bedrag van 5 66 377,63 EUR alsmede vertragingsrente en inflatiecorrectie te betalen;

de Commissie veroordelen tot vergoeding van verzoeksters schade voor in totaal 8 15 000 EUR of voor een hoger bedrag dat het Gerecht vaststelt bij de uitkomst van dit geding, naast verdere schade ten gevolge van de onrechtmatigheid van genoemde verrekeningen.

Middelen en voornaamste argumenten

Het beroep heeft betrekking op de gestelde niet-nakoming door verweerster van de overeenkomsten take-it-up (nr. 245637), BCreative (nr. 245599) en Ecolink+ (nr. 256224), die zijn gesloten in het kader van het „Vijfde en Zesde Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling”.

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij tien middelen aan.

1.

Eerste middel: niet-nakoming door de Commissie van de contractsbepalingen betreffende de vaststelling van de uurvergoeding van de vennoten die het werk verrichten (schending van artikel II.19, lid 1, sub d, van bijlage II bij de subsidieovereenkomsten)

Bij de vaststelling van de uurvergoedingen van de vennoten die het werk verrichten, heeft de Commissie het bepaalde in artikel II.19, lid 1, sub d, van bijlage II geschonden. Daarin is bepaald dat de vergoedingen van de vennoten als vaklieden die zelf het werk verrichten ter uitvoering van het gesubsidieerde project, als overeengekomen inter partes, moeten worden vastgesteld onder toepassing van de voorschriften van de lidstaat waarin de begunstigde zijn eigen activiteit verricht.

2.

Tweede middel: niet-nakoming door de Commissie van contractsbepalingen betreffende de vaststelling van de uurvergoeding van de vennoten die het werk verrichten (schending van artikel II.19, lid 1, sub b, van bijlage II bij de subsidieovereenkomsten)

De Commissie heeft bij de vaststelling van de uurvergoeding van de vennoten die het werk verrichten, ook in strijd gehandeld met artikel II.19, lid 1, sub b, van [bijlage II bij] de subsidieovereenkomsten, waarin is bepaald dat de voor subsidie in aanmerking komende kosten moeten worden bepaald op basis van de op het tijdstip van de sluiting van de overeenkomst geldende algemene beginselen. Met name is de verwijzing van de Commissie naar de voor de programma’s „Marie Curie” voorziene parameters volledig irrelevant en willekeurig, omdat daarmee wordt verwezen naar een regeling die pas in 2011 in werking is getreden en die bovendien uitsluitend betrekking heeft op het programma FP7, en derhalve als zodanig nog niet gold op het tijdstip van de onderhavige feiten.

3.

Derde middel: niet-nakoming door de Commissie van de contractsbepalingen van artikel I.11 („Other Special Conditions”) van de subsidieovereenkomst voor het project Take it up

De Commissie heeft specifiek met betrekking tot de overeenkomsten van het CIP-programma, en in het bijzonder de overeenkomst voor het project Take it up, artikel I.11 geschonden, daar zij nooit een formele of impliciete beslissing tot afwijzing van de door MEA ter uitvoering van deze bepaling voorgestelde methode heeft genomen.

4.

Vierde middel: niet-nakoming door de Commissie van artikel II.19, lid 1, sub b, van bijlage II bij de subsidieovereenkomsten met betrekking tot de kwalificering van de arbeidsverhouding met de experts die met verzoekster hebben samengewerkt, als „onderaannemingovereenkomst”

De Commissie is artikel II.19, lid 1, sub b, voorts niet nagekomen aangezien zij de criteria en beginselen van de kostendeclaratie voor „in house consultants”, overeenkomstig de definitie die de Commissie daarvan in de subsidierichtsnoeren voor het Vijfde en Zesde kaderprogramma heeft gegeven, ten onrechte niet op de door META met de uitvoering van de gesubsidieerde projecten belaste experts heeft toegepast.

5.

Vijfde middel: niet-nakoming door de Commissie van artikel II.19, lid 1, sub b, van bijlage II bij de subsidieovereenkomsten met betrekking tot de aanvaarding van indirecte kosten in verband met de „in house consultants”

De Commissie is artikel II.19, lid 1, sub b, van bijlage II, ook niet nagekomen specifiek met betrekking tot de toepassing van de algemene beginselen inzake kostendeclaraties, waarop reeds is gewezen, daar zij de algemene beginselen op het gebied van de kwalificatie van indirecte kosten in verband met de „in house consultants” niet in acht heeft genomen.

6.

Zesde middel: de Commissie heeft de regels en beginselen van het recht van de Europese Unie en van de rechtspraak van het Hof van Justitie, en in het bijzonder de beginselen van goede trouw, gewettigd vertrouwen en rechtszekerheid, geschonden

Het verzuim en het stilzitten van de Commissie kon bij verzoekster een gewettigd vertrouwen wekken over de juistheid van de door haar voorgestelde methodologie, zodat de daarop volgende terugvorderingen van/kortingen op de verschuldigde bijdragen moeten worden geacht in strijd te zijn met het beginsel van goede trouw bij de uitvoering van de overeenkomst.

7.

Zevende middel: de Commissie heeft de regels van de bestuurlijke gedragscode geschonden, en met name de beginselen van evenredigheid, informatieverstrekking, contradictoire procedure en motivering

De Commissie heeft META niet de verlangde informatie verstrekt, de besluiten niet passend gemotiveerd en hoe dan ook een onevenredige beslissing genomen, gelet op het feit dat verzoekster alle doelstellingen van het project tijdig heeft verwezenlijkt.

8.

Achtste middel: niet-nakoming door de Commissie van haar verplichting om aan META de in de subsidieovereenkomsten voor de verwezenlijking van de gesubsidieerde projecten voorziene bijdragen te betalen

De Commissie heeft voorts niet voldaan aan haar contractsverplichtingen tot betaling van de op basis van de subsidieovereenkomsten verschuldigde bijdragen voor de door META gedeclareerde activiteit voor de verwezenlijking van de in de projecten gestelde doelen. Deze niet betaalde bijdragen bedragen 5 66 377,63 EUR.

9.

Negende middel: de Commissie heeft met betrekking tot de verrekening van schuldvorderingen van META artikel 80 van verordening (EU) nr. 966/2012 geschonden

De Commissie heeft artikel 80 van verordening (EU) nr. 966/2012 geschonden, op grond waarvan verrekening van schuldvorderingen van en vorderingen op de Europese instellingen alleen is toegestaan tussen vorderingen die zeker, vaststaand en invorderbaar zijn, terwijl de door de Commissie verrekende vorderingen zijn betwist en dus niet „vaststaand” zijn.

10.

Tiende middel: vergoeding van de door verzoekster geleden vermogensschade

De niet-nakoming van de contractverplichtingen door de Commissie heeft bovendien geleid tot een bijzonder zwaar en onrechtvaardig nadeel voor META in de vorm van reële schade die op basis van het als bijlage bij het verzoekschrift gevoegde deskundigenrapport is geraamd op 8 15 000 EUR, naast de schade die voortvloeit uit de ten onrechte door de Commissie zelf toegepaste verrekeningen.