Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer – uitgebreid) van 17 december 2021
Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer – uitgebreid) van 17 december 2021
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof EU
- Datum uitspraak
- 17 december 2021
Uitspraak
Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer – uitgebreid) van 17 december 2021 – Theodorakis en Theodoraki/Raad
(Zaak T‑495/14)
"„Niet-contractuele aansprakelijkheid - Economisch en monetair beleid - Programma ter ondersteuning van de stabiliteit van Cyprus - Verklaringen van de Eurogroep van 16 en 25 maart 2013 over Cyprus - Verklaring van de voorzitter van de Eurogroep van 21 maart 2013 over Cyprus - Onjuiste aanduiding van de verwerende partij - Kennelijke niet-ontvankelijkheid”"
1. Gerechtelijke procedureInleidend verzoekschriftVormvereistenAanduiding van de verwerende partijAanduiding als verwerende partij van een andere persoon dan degene die de bestreden handeling heeft vastgesteld, zonder dat er sprake is van een fout van de verzoekende partijNiet-ontvankelijkheidGrenzenElementen op basis waarvan de verwerende partij ondubbelzinnig kan worden aangeduidGeenVerplichting voor het Gerecht om de verwerende partij aan te duidenGeenOnjuiste uitlegging van de hoedanigheid van verwerende partij door verzoekster
[Art. 268 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 21; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 44, lid 1, b)]
(zie punten 47‑49, 52, 54, 56‑60)
2. Beroep tot schadevergoedingVoorwerpVerzoek tot vergoeding van schade die is veroorzaakt door de EurogroepIntergouvernementele instantie van informele aardGeen eigen bevoegdhedenGeen hoedanigheid van orgaan of instantie van de UnieNiet-ontvankelijkheid
(Art. 3 en art. 13, lid 1, VEU; art. 119, lid 2, art. 137, art. 268 en art. 340, tweede alinea, VWEU; Protocol nr. 14 bij het VEU en het VWEU, art. 1)
(zie punten 77‑88)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoekende partijen stellen te hebben geleden wegens de verklaringen van de Eurogroep van 16 en 25 maart 2013 en de verklaring van de voorzitter van de Eurogroep van 21 maart 2013
Dictum
1) Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
2) Georgios Theodorakis en Maria Theodoraki worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie.
3) De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.