Home

Beschikking van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 21 september 2015.#Carlo De Nicola tegen Europese Investeringsbank (EIB).#Zaak T-849/14 P.

Beschikking van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 21 september 2015.#Carlo De Nicola tegen Europese Investeringsbank (EIB).#Zaak T-849/14 P.

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

21 september 2015

Carlo De Nicola

tegen

Europese Investeringsbank (EIB)

„Hogere voorziening — Openbare dienst — Personeel van de EIB — Jaarlijkse beoordeling — Interne regeling — Beroepsprocedure — Hogere voorziening deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond”

Betreft:

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 18 november 2014, De Nicola/EIB (F‑59/09 RENV, JurAmbt., EU:F:2014:248), en strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest.

Beslissing:

De hogere voorziening wordt afgewezen. De Nicola draagt zijn eigen kosten alsmede die welke de Europese Investeringsbank (EIB) in het kader van deze procedure heeft gemaakt.

Samenvatting

Hogere voorziening — Middelen — Middel strekkende tot rectificatie van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken — Onbevoegdheid van het Gerecht

(Art. 270 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, art. 122, lid 1)

Artikel 122, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, betreffende de rectificatie van schrijf- en rekenfouten alsmede evidente onnauwkeurigheden, geldt niet voor de procedure voor het Gerecht, welke uitsluitend wordt beheerst door zijn eigen Reglement voor de procesvoering. Een rekwirant kan zijn verzuim om krachtens dat artikel te handelen dus niet verhelpen door het Gerecht te vragen om de vermeende schrijf- en rekenfouten alsmede evidente onnauwkeurigheden in de bestreden beslissingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken te corrigeren of rectificeren.

(cf. punt 30)

Referentie:

Gerecht: beschikking van 13 januari 2014, Lebedef/Commissie, T‑116/13 P en T‑117/13 P, Jurispr., EU:T:2014:21, punten 44 en 45