Home

Zaak C-110/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Microsoft Mobile Sales International Oy, voorheen Nokia Italia SpA e.a./Ministero per i beni e le attività culturali (MiBAC) e.a. (Prejudiciële verwijzing — Harmonisatie van de wetgevingen — Intellectuele eigendom — Auteursrecht en naburige rechten — Richtlijn 2001/29/EG — Uitsluitend reproductierecht — Uitzonderingen en beperkingen — Artikel 5, lid 2, onder b) — Beperking voor privékopieën — Billijke compensatie — Privaatrechtelijke overeenkomsten voor de vaststelling van de criteria voor vrijstelling van de heffing van de billijke compensatie — Verzoek om terugbetaling beperkt tot de eindgebruiker)

Zaak C-110/15: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Microsoft Mobile Sales International Oy, voorheen Nokia Italia SpA e.a./Ministero per i beni e le attività culturali (MiBAC) e.a. (Prejudiciële verwijzing — Harmonisatie van de wetgevingen — Intellectuele eigendom — Auteursrecht en naburige rechten — Richtlijn 2001/29/EG — Uitsluitend reproductierecht — Uitzonderingen en beperkingen — Artikel 5, lid 2, onder b) — Beperking voor privékopieën — Billijke compensatie — Privaatrechtelijke overeenkomsten voor de vaststelling van de criteria voor vrijstelling van de heffing van de billijke compensatie — Verzoek om terugbetaling beperkt tot de eindgebruiker)

14.11.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 419/15


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Microsoft Mobile Sales International Oy, voorheen Nokia Italia SpA e.a./Ministero per i beni e le attività culturali (MiBAC) e.a.

(Zaak C-110/15)(1)

((Prejudiciële verwijzing - Harmonisatie van de wetgevingen - Intellectuele eigendom - Auteursrecht en naburige rechten - Richtlijn 2001/29/EG - Uitsluitend reproductierecht - Uitzonderingen en beperkingen - Artikel 5, lid 2, onder b) - Beperking voor privékopieën - Billijke compensatie - Privaatrechtelijke overeenkomsten voor de vaststelling van de criteria voor vrijstelling van de heffing van de billijke compensatie - Verzoek om terugbetaling beperkt tot de eindgebruiker))

(2016/C 419/18)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Microsoft Mobile Sales International Oy, voorheen Nokia Italia SpA, Hewlett-Packard Italiana srl, Telecom Italia SpA, Samsung Electronics Italia SpA, Dell SpA, Fastweb SpA, Sony Mobile Communications Italy SpA, Wind Telecomunicazioni SpA

Verwerende partijen: Ministero per i beni e le attività culturali (MiBAC), Società italiana degli autori ed editori (SIAE), Istituto per la tutela dei diritti degli artisti interpreti esecutori (IMAIE), in liquidatie, Associazione nazionale industrie cinematografiche audiovisive e multimediali (Anica), Associazione produttori televisivi (Apt)

In tegenwoordigheid van: Assotelecomunicazioni (Asstel), Vodafone Omnitel NV, H3G SpA, Movimento Difesa del Cittadino, Assoutenti, Adiconsum, Cittadinanza Attiva, Altroconsumo

Dictum

Het recht van de Europese Unie, met name artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling, zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die vrijstelling van de vergoeding voor het kopiëren voor privégebruik voor producenten en importeurs van apparaten en dragers die duidelijk bestemd zijn voor een ander gebruik dan het kopiëren voor privégebruik, afhankelijk stelt van het sluiten van overeenkomsten tussen een organisatie die een wettelijk monopolie heeft voor het behartigen van de belangen van de auteurs van werken, enerzijds, en de betalingsplichtigen of hun brancheorganisaties, anderzijds, en die voorts bepaalt dat enkel de eindgebruiker van deze apparaten en dragers kan verzoeken om terugbetaling van een dergelijke vergoeding in geval deze ten onrechte is betaald.