Home

Zaak C-156/15: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 november 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — „Private Equity Insurance Group” SIA/„Swedbank” AS (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2002/47/EG — Werkingssfeer — Begrippen „als zekerheid verschafte financiële activa”, „betrokken financiële verplichtingen” en „verschaffing” als zekerheid van financiële activa — Mogelijkheid tot realisatie van als zekerheid verschafte financiële activa ondanks de inleiding van een insolventieprocedure — Rekening-courantovereenkomst met een financiëlezekerheidsclausule)

Zaak C-156/15: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 november 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — „Private Equity Insurance Group” SIA/„Swedbank” AS (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2002/47/EG — Werkingssfeer — Begrippen „als zekerheid verschafte financiële activa”, „betrokken financiële verplichtingen” en „verschaffing” als zekerheid van financiële activa — Mogelijkheid tot realisatie van als zekerheid verschafte financiële activa ondanks de inleiding van een insolventieprocedure — Rekening-courantovereenkomst met een financiëlezekerheidsclausule)

16.1.2017

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 14/5


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 november 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — „Private Equity Insurance Group” SIA/„Swedbank” AS

(Zaak C-156/15)(1)

((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2002/47/EG - Werkingssfeer - Begrippen „als zekerheid verschafte financiële activa”, „betrokken financiële verplichtingen” en „verschaffing” als zekerheid van financiële activa - Mogelijkheid tot realisatie van als zekerheid verschafte financiële activa ondanks de inleiding van een insolventieprocedure - Rekening-courantovereenkomst met een financiëlezekerheidsclausule))

(2017/C 014/06)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij:„Private Equity Insurance Group” SIA

Verwerende partij:„Swedbank” AS

Dictum

Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat zij de houder van een financiële zekerheid als in het hoofdgeding, waarbij op een bankrekening gedeponeerde contanten aan de bank in pand worden gegeven voor alle vorderingen van de bank op de rekeninghouder, slechts het recht geeft om die zekerheid te realiseren ondanks het feit dat er ten aanzien van de zekerheidsverschaffer een insolventieprocedure is ingeleid, indien, in de eerste plaats, de contanten waarop die zekerheid betrekking heeft vóór het tijdstip van aanvang van die procedure op de betrokken rekening zijn gestort of die contanten op de datum van aanvang van die procedure op die rekening zijn gestort en de bank heeft aangetoond dat zij geen kennis had, noch diende te hebben, van de aanvang van die procedure en, in de tweede plaats, de houder van die rekening werd belet om over die contanten te beschikken na de storting ervan op die rekening.