Zaak C-136/15 P: Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 19 juni 2015 — Mohammad Makhlouf/Raad van de Europese Unie (Hogere voorziening — Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Artikel 169, lid 2 — Noodzakelijke inhoud van het verzoekschrift in hogere voorziening — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
Zaak C-136/15 P: Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 19 juni 2015 — Mohammad Makhlouf/Raad van de Europese Unie (Hogere voorziening — Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Artikel 169, lid 2 — Noodzakelijke inhoud van het verzoekschrift in hogere voorziening — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
30.11.2015 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 398/11 |
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 19 juni 2015 — Mohammad Makhlouf/Raad van de Europese Unie
(Zaak C-136/15 P)(1)
((Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Artikel 169, lid 2 - Noodzakelijke inhoud van het verzoekschrift in hogere voorziening - Kennelijke niet-ontvankelijkheid))
(2015/C 398/13)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirant: Mohammad Makhlouf (vertegenwoordiger: G. Karouni, advocaat)
Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Étienne en M.-M. Joséphidès, gemachtigden)
Dictum
1) | De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) | Mohammad Makhlouf wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van de Raad van de Europese Unie. |