Home

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 25 februari 2016.#G.E. Security BV tegen Staatssecretaris van Financiën.#Prejudiciële verwijzing – Verordening (EEG) nr. 2658/87 – Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Indeling van de goederen – Posten 8517, 8521, 8531 en 8543 – Goed met de benaming ‚videomultiplexer’.#Zaak C-143/15.

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 25 februari 2016.#G.E. Security BV tegen Staatssecretaris van Financiën.#Prejudiciële verwijzing – Verordening (EEG) nr. 2658/87 – Gemeenschappelijk douanetarief – Gecombineerde nomenclatuur – Indeling van de goederen – Posten 8517, 8521, 8531 en 8543 – Goed met de benaming ‚videomultiplexer’.#Zaak C-143/15.

Zaak C‑143/15

G. E. Security BV

tegen

Staatssecretaris van Financiën

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden)

„Prejudiciële verwijzing — Verordening (EEG) nr. 2658/87 — Gemeenschappelijk douanetarief — Gecombineerde nomenclatuur — Indeling van de goederen — Posten 8517, 8521, 8531 en 8543 — Goed met de benaming ‚videomultiplexer’”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 25 februari 2016

  1. Douane-unie — Gemeenschappelijk douanetarief — Tariefposten — Indeling van de goederen — Criteria — Objectieve kenmerken en eigenschappen van het product — Uitlegging van de tariefposten — Toelichtingen bij het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen en toelichtingen bij de gecombineerde nomenclatuur — Gezag — Draagwijdte

  2. Douane-unie — Gemeenschappelijk douanetarief — Tariefposten — „Delen” in de zin van aantekening 2 op afdeling XVI van de gecombineerde nomenclatuur — Begrip — „Videomultiplexer” waarvan de hoofdfunctie bestaat in de opname en weergave van videobeelden in het kader van een beveiligings‑ en bewakingssysteem — Daarvan uitgesloten — Indeling in post 8521 van de gecombineerde nomenclatuur

    (Verordening nr. 2658/87 van de Raad, bijlage I, afdeling XVI, aantekeningen 2 en 3)

  1. Zie de tekst van de beslissing.

    (cf. punten 44, 45)

  2. De gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1214/2007, moet aldus worden uitgelegd dat een goed zoals het goed met de benaming „videomultiplexer”, onder voorbehoud van de beoordeling door de nationale rechterlijke instantie van alle feitelijke gegevens waarover deze beschikt, moet worden ingedeeld in post 8521 van deze nomenclatuur.

    Uit de bewoordingen zelf van de posten 8517, 8521, 8531 en 8543 van de gecombineerde nomenclatuur alsook uit de toelichtingen die daarop betrekking hebben, vloeit namelijk voort dat de functie van het betrokken goed beslissend is voor de indeling daarvan in een van deze posten.

    Bovendien worden volgens aantekening 3 op afdeling XVI van de gecombineerde nomenclatuur, waarvan de posten 8517, 8521 en 8531 van deze nomenclatuur deel uitmaken, „machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex”.

    In dit verband is de hoofdfunctie van de „videomultiplexer” – gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan alsook op het gebruik waarvoor hij is bestemd – de video-opname‑ en videoweergavefunctie in het kader van een beveiligings‑ en bewakingssysteem. De overige functies van de „videomultiplexer” – te weten de alarmfunctie en de netwerkfunctie – vormen slechts nevenfuncties om de werking te verbeteren van het systeem waarvan de „videomultiplexer” een bestanddeel vormt.

    Ten slotte kan de „videomultiplexer” niet worden aangemerkt als een „deel van een machine” in de zin van aantekening 2 op afdeling XVI van de gecombineerde nomenclatuur.

    In dit verband is het voor de kwalificatie van een goed als „deel” niet voldoende, aan te tonen dat de machine zonder dit goed niet de functie kan verrichten waarvoor zij is bestemd. Ook moet worden aangetoond dat de mechanische of elektrische werking van de betrokken machine afhankelijk is van dit goed.

    De „videomultiplexer” is weliswaar een onderdeel van een gesloten videobewakingssysteem, maar de alarmtoestellen die binnen dit systeem worden gebruikt, kunnen ook zonder de „videomultiplexer” naar behoren werken. Bovendien is de mechanische en elektrische werking van deze toestellen niet afhankelijk van de aanwezigheid van de „videomultiplexer”.

    (cf. punten 47, 53, 55, 56, 62‑65, 72 en dictum)