Zaak C-113/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerischen Verwaltungsgerichtshofs (Duitsland) op 6 maart 2015 — Breitsamer und Ulrich GmbH & Co. KG/Landeshauptstadt München
Zaak C-113/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerischen Verwaltungsgerichtshofs (Duitsland) op 6 maart 2015 — Breitsamer und Ulrich GmbH & Co. KG/Landeshauptstadt München
15.6.2015 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 198/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerischen Verwaltungsgerichtshofs (Duitsland) op 6 maart 2015 — Breitsamer und Ulrich GmbH & Co. KG/Landeshauptstadt München
(Zaak C-113/15)
(2015/C 198/22)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bayerischen Verwaltungsgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Breitsamer und Ulrich GmbH & Co. KG
Verwerende partij: Landeshauptstadt München
Prejudiciële vragen
1) | Vormen portieverpakkingen met honing, die [zijn verpakt] in een buitenverpakking met alle etiketteringselementen — met inbegrip van de vermelding van het land van oorsprong — en die niet als dergelijke portieverpakkingen afzonderlijk aan de eindverbruiker worden verkocht en niet afzonderlijk aan instellingen worden geleverd, een ‚voorverpakt levensmiddel’ in de zin van artikel 1, lid 3, onder b), van richtlijn (EG) nr. 2000/13(1) en artikel 2, lid 2, onder e), van verordening (EU) nr. 1169/2011(2), dat is onderworpen aan een dienovereenkomstige etiketteringsplicht[,] of vormen dergelijke portieverpakkingen met honing geen voorverpakte levensmiddelen waarvoor etiketteringsplicht geldt, doordat zij niet gelden als een verkoopeenheid? |
2) | Dient de vraag anders te worden beantwoord wanneer deze portieverpakkingen in instellingen niet alleen worden geleverd in klaargemaakte gerechten die tegen een vaste prijs worden betaald, maar daar ook afzonderlijk worden verkocht? |