Home

Zaak T-526/15: Beroep ingesteld op 7 september 2015 — HK Intertrade/Raad

Zaak T-526/15: Beroep ingesteld op 7 september 2015 — HK Intertrade/Raad

9.11.2015

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 371/36


Beroep ingesteld op 7 september 2015 — HK Intertrade/Raad

(Zaak T-526/15)

(2015/C 371/37)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: HK Intertrade Co. Ltd (Wanchai, Hongkong) (vertegenwoordigers: J. Grayston, P. Gjørtler, G. Pandey en D. Rovetta, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Nietigverklaring van besluit (GBVB) 2015/1008 van de Raad van 25 juni 2015 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 161, blz. 19) en uitvoeringsverordening (EU) 2015/1001 van de Raad van 25 juni 2015 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 161, blz. 1), voor zover deze handelingen verzoekster opnemen in de categorie van personen en entiteiten voor wie beperkende maatregelen gelden;

nietigverklaring van het besluit van de Raad in de brief van 26 juni 2015 aan verzoeksters advocaten betreffende herziening van de lijst van aangewezen personen en entiteiten in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB en in bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012, voor zover daarbij wordt geweigerd verzoeksters naam te verwijderen van de lijst van personen en entiteiten voor wie beperkende maatregelen gelden;

verwijzing van de Raad in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Eerste middel: ontoereikende motivering

Het besluit van 26 juni 2015 („bestreden herzieningsbesluit”) strekte tegelijkertijd tot kennisgeving van besluit (GBVB) 2015/1008 van de Raad en uitvoeringsverordening (EU) 2015/1001 van de Raad („bestreden handelingen”), maar de brief bevat geen motivering voor de vaststelling van de bestreden handelingen. De motivering van de Raad voldoet bovendien niet aan de in de rechtspraak geformuleerde standaard.

2.

Tweede middel: kennelijke beoordelingsfout

Verzoekster is weliswaar eigendom van NIOC, maar zij is een afzonderlijke rechtspersoon die is gevestigd te Hongkong, en zij is actief op de op zichzelf staande Aziatische markt, ver van enige vermeende zeggenschap van NIOC over verzoeksters activiteiten.

3.

Derde middel: schending van het recht van verweer

Door te aanvaarden dat één, niet-geïdentificeerde lidstaat de Raad er in feite toe kan brengen om een besluit te geven zonder onderzoek van enig ter staving aangevoerd document of bewijs ter zake, heeft de Raad eenzijdig een nieuwe besluitvormingsprocedure ingesteld zonder rechtsgrondslag in artikel 215 VWEU of in een andere bepaling van de Verdragen. Deze handelswijze verstoort het evenwicht tussen de onderzoeks- en de beslissingsbevoegdheid van de Raad en verzoeksters recht op rechterlijke bescherming.

4.

Vierde middel: schending van het grondrecht op eigendom

De Raad heeft geen wezenlijke redenen aangevoerd voor de beperkingen die verzoekster zijn opgelegd. De plaatsing op de lijst van de naam van verzoekster, een te Hongkong gevestigde onderneming die actief is op de Aziatische markt, kan op geen enkele wijze bijdragen tot de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, en de Raad slaagt er niet in het tegendeel te bewijzen.