Zaak T-540/15: Beroep ingesteld op 18 september 2015 — De Capitani/Parlement
Zaak T-540/15: Beroep ingesteld op 18 september 2015 — De Capitani/Parlement
30.11.2015 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 398/57 |
Beroep ingesteld op 18 september 2015 — De Capitani/Parlement
(Zaak T-540/15)
(2015/C 398/72)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Emilio De Capitani (Brussel, België) (vertegenwoordigers: O. Brouwer en J. Wolfhagen, advocaten)
Verwerende partij: Europees Parlement
Conclusies
— | besluit A(2015)4931 van het Europees Parlement van 8 juli 2015 waarbij wordt geweigerd volledige toegang te verschaffen tot de documenten LIBE-2013-0091-02 en LIBE-2013-0091-03 betreffende het wetgevingsvoorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot intrekking van de besluiten 2009/371/JBZ en 2005/681/JBZ, nietig verklaren; |
— | verweerder verwijzen in de kosten, daaronder begrepen de kosten van interveniërende partijen. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.
1. | Eerste middel: onjuiste rechtsopvatting en verkeerde toepassing van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43). Verzoeker voert aan dat het Parlement blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001 verkeerd heeft toegepast voor zover:
|
2. | Tweede middel: verzuim om het besluit te motiveren overeenkomstig artikel 296 VWEU. Volgens verzoeker heeft het Parlement verzuimd het besluit te motiveren met betrekking tot de redenen waarom het toegang tot de verlangde documenten heeft geweigerd op grondslag van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001, doordat het geen redenen heeft gegeven (i) waarom volledige openbaarmaking van de verlangde documenten het betrokken besluitvormingsproces daadwerkelijk en specifiek zou ondermijnen, en (ii) waarom er in casu geen hoger openbaar belang bestaat. |