Home

Zaak T-655/15: Beroep ingesteld op 13 november 2015 — van der Parre/Parlement

Zaak T-655/15: Beroep ingesteld op 13 november 2015 — van der Parre/Parlement

8.2.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 48/68


Beroep ingesteld op 13 november 2015 — van der Parre/Parlement

(Zaak T-655/15)

(2016/C 048/76)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Hugo van der Parre (Huizen, Nederland) (vertegenwoordiger: N. Pirc Musar, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

besluit A(2015)8334 C van het Europees Parlement van 14 september 2015 houdende afwijzing van verzoekers confirmatief verzoek om toegang tot bepaalde documenten die informatie bevatten over reiskosten, dagvergoedingen, vergoedingen voor algemene uitgaven en kosten voor personeelsvoorziening van leden van het Europees Parlement, nietig verklaren;

het Parlement overeenkomstig de artikelen 134 en 140 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht verwijzen in de kosten van verzoeker en in die van eventuele interveniënten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van artikel 4, lid 1, onder b), van verordening nr. 1049/2001(1), gelezen in samenhang met artikel 8, onder b), van verordening nr. 45/2001(2), aangezien de gevraagde persoonsgegevens niet beschermd zijn op grond van het Unierecht.

2.

Tweede middel: schending van artikel 4, lid 1, onder b), van verordening nr. 1049/2001, gelezen in samenhang met artikel 8, onder b), van verordening nr. 45/2001, aangezien de toegang tot de gevraagde informatie werd geweigerd, hoewel de voorwaarden voor openbaarmaking waren vervuld.

3.

Derde middel: schending van de in de artikelen 2 en 4, juncto artikel 6, lid 3, van verordening nr. 1049/2001 neergelegde algemene verplichting om ieder document afzonderlijk te onderzoeken.

4.

Vierde middel: schending van artikel 4, lid 6, van verordening nr. 1049/2001, aangezien de weigering om gedeeltelijke toegang tot de gevraagde documenten te verlenen, niet gerechtvaardigd was.

5.

Vijfde middel: schending van de in de artikelen 7, lid 1, en 8, lid 1, van verordening nr. 1049/2001 neergelegde motiveringsplicht, aangezien het Parlement niet op alle argumenten van verzoeker heeft geantwoord.