Home

Zaak C-226/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Eni SpA, Eni Gas & Power France SA, Union professionnelle des industries privées du gaz (Uprigaz) / Premier ministre, Ministre de l’Environnement, de l’Énergie et de la Mer [Prejudiciële verwijzing — Energie — Gassector — Veiligstelling van de gaslevering — Verordening (EU) nr. 994/2010 — Verplichting van aardgasbedrijven om maatregelen te nemen die de gaslevering van beschermde afnemers waarborgen — Artikel 2, tweede alinea, punt 1 — Begrip „beschermde afnemers” — Artikel 8, lid 2 — Aanvullende verplichting — Artikel 8, lid 5 — Mogelijkheid voor aardgasbedrijven om op regionaal niveau of op niveau van de Unie aan hun verplichting te voldoen — Nationale regeling die gasleveranciers een aanvullende verplichting tot gasopslag oplegt waarvan de werkingssfeer afnemers omvat die niet behoren tot de beschermde afnemers in de zin van verordening nr. 994/2010 — Opslagverplichting die voor 80 % op het grondgebied van de betrokken lidstaat moet worden vervuld]

Zaak C-226/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Eni SpA, Eni Gas & Power France SA, Union professionnelle des industries privées du gaz (Uprigaz) / Premier ministre, Ministre de l’Environnement, de l’Énergie et de la Mer [Prejudiciële verwijzing — Energie — Gassector — Veiligstelling van de gaslevering — Verordening (EU) nr. 994/2010 — Verplichting van aardgasbedrijven om maatregelen te nemen die de gaslevering van beschermde afnemers waarborgen — Artikel 2, tweede alinea, punt 1 — Begrip „beschermde afnemers” — Artikel 8, lid 2 — Aanvullende verplichting — Artikel 8, lid 5 — Mogelijkheid voor aardgasbedrijven om op regionaal niveau of op niveau van de Unie aan hun verplichting te voldoen — Nationale regeling die gasleveranciers een aanvullende verplichting tot gasopslag oplegt waarvan de werkingssfeer afnemers omvat die niet behoren tot de beschermde afnemers in de zin van verordening nr. 994/2010 — Opslagverplichting die voor 80 % op het grondgebied van de betrokken lidstaat moet worden vervuld]

26.2.2018

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/10


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 20 december 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Eni SpA, Eni Gas & Power France SA, Union professionnelle des industries privées du gaz (Uprigaz) / Premier ministre, Ministre de l’Environnement, de l’Énergie et de la Mer

(Zaak C-226/16)(1)

([Prejudiciële verwijzing - Energie - Gassector - Veiligstelling van de gaslevering - Verordening (EU) nr. 994/2010 - Verplichting van aardgasbedrijven om maatregelen te nemen die de gaslevering van beschermde afnemers waarborgen - Artikel 2, tweede alinea, punt 1 - Begrip „beschermde afnemers” - Artikel 8, lid 2 - Aanvullende verplichting - Artikel 8, lid 5 - Mogelijkheid voor aardgasbedrijven om op regionaal niveau of op niveau van de Unie aan hun verplichting te voldoen - Nationale regeling die gasleveranciers een aanvullende verplichting tot gasopslag oplegt waarvan de werkingssfeer afnemers omvat die niet behoren tot de beschermde afnemers in de zin van verordening nr. 994/2010 - Opslagverplichting die voor 80 % op het grondgebied van de betrokken lidstaat moet worden vervuld])

(2018/C 072/12)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Eni SpA, Eni Gas & Power France SA, Union professionnelle des industries privées du gaz (Uprigaz)

Verwerende partijen: Premier ministre, Ministre de l’Environnement, de l’Énergie et de la Mer

in tegenwoordigheid van: Storengy, Total Infrastructures Gaz France (TIGF)

Dictum

1)

Artikel 8, lid 2, van verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van richtlijn 2004/67/EG van de Raad moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling zich niet verzet tegen een nationale regeling als in het hoofdgeding, die gasleveranciers een verplichting tot gasopslag oplegt waarvan de werkingssfeer afnemers omvat die niet behoren tot de in artikel 2, tweede alinea, punt 1, van deze verordening genoemde beschermde afnemers, mits de in de eerste van deze bepalingen bedoelde voorwaarden zijn nageleefd, hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan.

2)

Artikel 8, lid 5, van verordening nr. 994/2010 moet in die zin worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling die gasleveranciers verplicht hun verplichtingen om gasvoorraden aan te houden teneinde de leveringszekerheid bij crises te waarborgen, noodzakelijkerwijze en uitsluitend door middel van de op het nationale grondgebied gelegen infrastructuur na te komen. In casu is het echter aan de nationale rechter om na te gaan of de door de nationale regeling aan de bevoegde autoriteit opgelegde verplichting om rekening te houden met de andere „aanpassingsinstrumenten” van de betrokken leveranciers hun een daadwerkelijke mogelijkheid biedt om op regionaal of Unieniveau aan hun verplichtingen te voldoen.