Home

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 december 2017

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 december 2017

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
7 december 2017

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 december 2017 –
Ierland/Commissie

(Zaak C‑369/16 P)(*)

"„Hogere voorziening - Staatssteun - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Vrijstelling van accijns op bij de productie van aluminiumoxide als brandstof gebruikte minerale oliën - Bestaande of nieuwe steun - Verordening (EG) nr. 659/1999 - Artikel 1, onder b), i) en iv), en onder d) - Verjaring - Artikel 15 - Rechtszekerheidsbeginsel - Beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen”"

Steunmaatregelen van de statenBestaande steunmaatregelen en nieuwe steunmaatregelenBegripSteun waartoe vóór de datum van toetreding van de betrokken lidstaat was besloten, maar die na die datum ten uitvoer is gelegdKwalificatie als bestaande steunGeen

[Verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 1, b), i)]

(zie punten 28‑30)

Hogere voorzieningMiddelenHogere voorziening tegen een arrest waarbij uitspraak wordt gedaan in gevoegde zakenMogelijkheid voor elke partij om een middel aan te voeren tegen elke voor haar bezwarende redenering van het Gerecht, ongeacht de middelen die deze partij voor het Gerecht heeft aangevoerd

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

(zie punt 36)

Steunmaatregelen van de statenTerugvordering van onrechtmatige steunVerjaringstermijn van tien jaar neergelegd in artikel 15 van verordening nr. 659/1999Aanvang van de verjaringstermijnDatum van verlening van de steun aan de begunstigde

(Art. 88, lid 2, EG; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 15)

(zie punten 40, 41)

Gerechtelijke procedureInterventieAndere middelen dan die van de hoofdpartij die wordt ondersteundOntvankelijkheidVoorwaardeVerband met het voorwerp van het geding

(Statuut van het Hof van Justitie, art. 40)

(zie punten 50, 51)

Hogere voorzieningMiddelenBestrijding van het voor het Gerecht bestreden besluit en niet van het arrest van het GerechtNiet-ontvankelijkheid

(Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea)

(zie punt 52)

Steunmaatregelen van de statenTerugvordering van onrechtmatige steunSteun verleend in strijd met de procedureregels van artikel 88 EGEventueel gewettigd vertrouwen van de steunontvangersVoorwaarden en grenzenEinde van het gewettigd vertrouwen vanaf de bekendmaking van het besluit waarbij de formele onderzoeksprocedure is geopendUitzonderlijke omstandigheden die het gewettigd vertrouwen opnieuw kunnen doen ontstaanOnredelijke termijn voor het verloop van de formele onderzoeksprocedureAfweging van de dwingende vereisten van rechtszekerheid tegen de openbare dwingende vereisten inzake terugvordering van onrechtmatige steun

(Art. 88 EG; verordening nr. 659/1999 van de Raad)

(zie punten 53‑58, 60)

Hogere voorzieningMiddelenOnjuiste beoordeling van de feitenNiet-ontvankelijkheidToetsing door het Hof van de beoordeling van de voor het Gerecht aangedragen feitenUitgesloten, behoudens het geval van onjuiste opvatting

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

(zie punt 59)

Dictum

De hogere voorziening wordt afgewezen.

Ierland wordt verwezen in de kosten.

De Franse Republiek draagt haar eigen kosten.