Home

Beschikking van de vicepresident van het Hof van 1 maart 2017

Beschikking van de vicepresident van het Hof van 1 maart 2017

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
1 maart 2017

Uitspraak

Beschikking van de vicepresident van het Hof van 1 maart 2017 –
EMA/MSD Animal Health Innovation en Intervet international

[Zaak C‑512/16 P(R)]

"„Hogere voorziening - Beschikking in kort geding - Toegang tot documenten - Verordening (EG) nr. 1049/2001 - Richtlijn 2001/82/EG - Verordening (EG) nr. 726/2004 - Documenten in het bezit van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) die zijn overgelegd in het kader van een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik - Besluit waarbij aan een derde toegang wordt verleend tot de documenten - Opschorting van de tenuitvoerlegging van dat besluit - Fumus boni juris - Spoedeisendheid - Belangenafweging”"

Hogere voorzieningMiddelenOnjuiste beoordeling van de feitenNiet-ontvankelijkheidToepassing op hogere voorzieningen tegen een beschikking in kort geding

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 57, tweede alinea, en 58)

(zie punt 36)

Kort gedingOpschorting van tenuitvoerleggingVoorwaarden voor toekenning Fumus boni juris Onderzoek prima facie van de middelen aangevoerd ter ondersteuning van het beroep in de hoofdzaakBeroep tegen een besluit van het Europees Geneesmiddelenbureau waarbij aan een derde toegang wordt verleend tot verslagen van klinische studiesMiddelen inzake de vertrouwelijkheid van de onder de geheimhoudingsplicht vallende informatie en inzake de toepasselijkheid van een algemeen vermoeden dat een uitzondering op het recht van toegang van het publiek op grond van verordening nr. 1049/2001 geldtMiddelen die het bestaan van ingewikkelde rechtsvragen aan het licht brengenMiddelen die niet op het eerste gezicht ongegrond zijn

(Art. 278 VWEU; verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, lid 7, en nr. 726/2004, art. 36, 38, lid 3, 39, lid 10, 57, 73 en 76; richtlijn 2001/82 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13 en 13 bis)

(zie punten 59, 60, 67, 68, 73‑79)

Kort gedingOpschorting van tenuitvoerleggingVoorlopige maatregelenVoorwaarden voor toekenningSpoedeisendheidErnstige en onherstelbare schadeBewijslastSchade die met voldoende mate van waarschijnlijkheid voorzienbaar isBeoordeling in een geschil betreffende de bescherming van vertrouwelijke informatieBeroep op de vertrouwelijkheid van alle betrokken elementen in hun geheel beschouwdOnderzoek door de Unierechter van het risico van ernstige en onherstelbare schade op basis van een globale analyse van de documenten

(Art. 278 VWEU, 279 VWEU en 339 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 7; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2, eerste streepje)

(zie punten 94, 95, 98, 102, 103)

Kort gedingOpschorting van tenuitvoerleggingVoorlopige maatregelenVoorwaarden voor toekenningErnstige en onherstelbare schadeFinanciële schadeSchade die niet kan worden begrootSchade die niet kan worden hersteld via een beroep tot schadevergoedingOnherstelbaarheid

(Art. 268 VWEU, 278 VWEU, 279 VWEU en 340 VWEU)

(zie punt 117)

Kort gedingOpschorting van tenuitvoerleggingVoorwaarden voor toekenningAfweging van alle betrokken belangenOpschorting van de tenuitvoerlegging van een besluit van het Europees Geneesmiddelenbureau waarbij aan een derde toegang wordt verleend tot verslagen van klinische onderzoekenOverwicht van het belang bij het handhaven van de vertrouwelijkheid van de betrokken informatie op het openbaar belang bij een onmiddellijke toegangVoldoen aan het openbaar belang door bekendmaking van een niet-vertrouwelijke samenvatting

(Art. 278 VWEU en 339 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 7; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2, eerste streepje)

(zie punten 127, 128, 132, 134)

Dictum

De hogere voorziening wordt afgewezen.

Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) wordt verwezen in de kosten van de hogere voorziening.