Home

Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 15 maart 2017

Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 15 maart 2017

Gegevens

Instantie
Hof van Justitie EU
Datum uitspraak
15 maart 2017

Uitspraak

Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 15 maart 2017 – Enedis

(Zaak C‑515/16)(*)

"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Artikelen 107 en 108 VWEU - Staatssteun - Begrip maatregel van de staat of met staatsmiddelen bekostigd - Elektriciteit uit zonne-energie - Verplichting tot afname tegen een hogere prijs dan de marktprijs - Volledige compensatie - Geen voorafgaande aanmelding”"

Prejudiciële vragenAntwoord dat duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleidToepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering

(Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99)

(zie punten 14,15)

Steunmaatregelen van de statenBegripSteun die met staatsmiddelen is bekostigdCompensatie van de extra kosten die ondernemingen opkomen als gevolg van een verplichting tot afname van door installaties die gebruikmaken van zonne-energie, opgewekte elektriciteit tegen een hogere prijs dan de marktprijsFinanciering door de eindverbruikersBijdragen beheerd door een door de Staat gemachtigde openbare entiteitDaaronder begrepen

(Art. 107, lid 1, VWEU)

(zie punten 21‑23, dictum 1)

Steunmaatregelen van de statenRespectieve bevoegdheden van de Commissie en van de nationale rechterlijke instantiesRol van de nationale rechterlijke instantiesVrijwaring van de rechten van de justitiabelen in geval van niet-nakoming van de verplichting tot voorafgaande aanmeldingVerplichting voor de nationale rechterlijke instanties om overeenkomstig hun nationaal recht alle gevolgen te trekken uit deze schending

(Art. 108, lid 3, VWEU)

(zie punten 29‑32, dictum 2)

Dictum

Artikel 107, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een door de eindverbruikers gefinancierde regeling waarbij elektriciteit die is opgewekt door installaties die gebruikmaken van zonne-energie, moet worden afgenomen tegen een hogere prijs dan de marktprijs, zoals die welke is ingevoerd bij de in het hoofdgeding aan de orde zijnde nationale regeling, als een maatregel van de staat of als een met staatsmiddelen bekostigde maatregel moet worden aangemerkt.

Artikel 108, lid 3, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat in geval een nationale maatregel die staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU vormt, niet voorafgaandelijk aan de Europese Commissie is aangemeld, het aan de nationale rechterlijke instanties staat om alle noodzakelijke gevolgen te verbinden aan deze onrechtmatigheid, met name wat de rechtsgeldigheid van de handelingen ter uitvoering van deze maatregel betreft.