Home

Gevoegde zaken T-504/16 en T-505/16: Arrest van het Gerecht van 14 september 2017 — Bodson e.a./EIB („Ambtenarenrecht — Personeel van de EIB — Bezoldiging — Jaarlijkse aanpassing van de basissalarissen — Berekeningsmethode — Economische en financiële crisis”)

Gevoegde zaken T-504/16 en T-505/16: Arrest van het Gerecht van 14 september 2017 — Bodson e.a./EIB („Ambtenarenrecht — Personeel van de EIB — Bezoldiging — Jaarlijkse aanpassing van de basissalarissen — Berekeningsmethode — Economische en financiële crisis”)

30.10.2017

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 369/17


Arrest van het Gerecht van 14 september 2017 — Bodson e.a./EIB

(Gevoegde zaken T-504/16 en T-505/16)(1)

((„Ambtenarenrecht - Personeel van de EIB - Bezoldiging - Jaarlijkse aanpassing van de basissalarissen - Berekeningsmethode - Economische en financiële crisis”))

(2017/C 369/25)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Jean-Pierre Bodson (Luxemburg, Luxemburg) en de overige 485 personeelsleden van de Europese Investeringsbank wier namen staan vermeld in de bijlage bij het arrest (zaak T-504/16); en Esther Badiola (Luxemburg) en de overige 15 personeelsleden van de Europese Investeringsbank wier namen staan vermeld in de bijlage bij het arrest (zaak T-505/16) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank (EIB) (vertegenwoordigers: aanvankelijk T. Gilliams en G. Nuvoli, vervolgens G. Faedo en T. Gilliams, gemachtigden, bijgestaan door A. Dal Ferro, advocaat)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU tot nietigverklaring van de besluiten als vervat in de loonstroken van februari 2013 en de daaropvolgende maanden, waarbij voor verzoekers toepassing wordt gegeven aan het besluit van de raad van bestuur van de EIB van 18 december 2012 en het besluit van het directiecomité van de EIB van 29 januari 2013, alsmede van het op 5 februari 2013 online gezette artikel en de informatienotitie van 15 februari 2013 waarbij het personeel is geïnformeerd over de vaststelling van die twee besluiten, en voorts tot veroordeling van de EIB tot betaling aan verzoekers van een som die overeenkomt met het verschil tussen enerzijds het bedrag aan bezoldiging dat met toepassing van de bovengenoemde besluiten is betaald en anderzijds het bedrag aan bezoldiging dat was verschuldigd op grond van de regeling zoals die gold op grond van het besluit van de raad van bestuur van de EIB van 22 september 2009, alsmede vergoeding van de schade die verzoekers stellen te hebben geleden door hun verlies aan koopkracht en de onzekerheid in verband met hun loonontwikkeling

Dictum

1)

De besluiten van de Europese Investeringsbank (EIB) waarbij toepassing wordt gegeven aan het besluit van de raad van bestuur van de EIB van 18 december 2012 en het besluit van het directiecomité van de EIB van 29 januari 2013 en die zijn vervat in de loonstroken van februari 2013 en de daaropvolgende maanden van Jean-Pierre Bodson en de overige personeelsleden van de EIB wier namen staan vermeld in de bijlage in zaak T-504/16, en van Esther Badiola en de overige personeelsleden van de EIB wier namen staan vermeld in de bijlage in zaak T-505/16, worden nietig verklaard.

2)

De beroepen worden voor het overige verworpen.

3)

De EIB wordt verwezen in de kosten.