Home

Zaak T-698/16: Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — Trasta Komercbanka e.a./ECB (“Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Specifieke toezichthoudende taken van de ECB – Besluit tot intrekking van de vergunning van een kredietinstelling – Overlijden van een verzoekende partij – Gedeeltelijke afdoening zonder beslissing – Bevoegdheid van de nationale autoriteiten van de deelnemende lidstaten en van de ECB binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme – Gelijke behandeling – Evenredigheid – Gewettigd vertrouwen – Rechtszekerheid – Misbruik van bevoegdheid – Rechten van de verdediging – Motiveringsplicht”)

Zaak T-698/16: Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — Trasta Komercbanka e.a./ECB (“Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Specifieke toezichthoudende taken van de ECB – Besluit tot intrekking van de vergunning van een kredietinstelling – Overlijden van een verzoekende partij – Gedeeltelijke afdoening zonder beslissing – Bevoegdheid van de nationale autoriteiten van de deelnemende lidstaten en van de ECB binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme – Gelijke behandeling – Evenredigheid – Gewettigd vertrouwen – Rechtszekerheid – Misbruik van bevoegdheid – Rechten van de verdediging – Motiveringsplicht”)

30.1.2023

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 35/43


Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — Trasta Komercbanka e.a./ECB

(Zaak T-698/16) (1)

(“Economisch en monetair beleid - Prudentieel toezicht op kredietinstellingen - Specifieke toezichthoudende taken van de ECB - Besluit tot intrekking van de vergunning van een kredietinstelling - Overlijden van een verzoekende partij - Gedeeltelijke afdoening zonder beslissing - Bevoegdheid van de nationale autoriteiten van de deelnemende lidstaten en van de ECB binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme - Gelijke behandeling - Evenredigheid - Gewettigd vertrouwen - Rechtszekerheid - Misbruik van bevoegdheid - Rechten van de verdediging - Motiveringsplicht”)

(2023/C 35/49)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Trasta Komercbanka AS (Riga, Letland) en de zes andere verzoekende partijen waarvan de namen vermeld staan in bijlage bij het arrest (vertegenwoordiger: O. Behrends, advocaat)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: E. Koupepidou, C. Hernández Saseta en A. Witte, gemachtigden, bijgestaan door B. Schneider, advocaat)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Republiek Letland (vertegenwoordigers: K. Pommere en J. Davidoviča, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Di Bucci en A. Steiblytė, gemachtigden)

Voorwerp

Met hun beroep krachtens artikel 263 VWEU vorderen de verzoekende partijen nietigverklaring van besluit ECB/SSM/2016 — 529900WIP0INFDAWTJ81/2 WOANCA-2016-0005 van de ECB van 11 juli 2016 tot intrekking van de vergunning van Trasta Komercbanka voor toegang tot de werkzaamheden van kredietinstelling.

Dictum

1)

Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist voor zover het is ingesteld door Igors Buimisters.

2)

Het beroep wordt verworpen.

3)

Trasta Komercbanka AS en de andere verzoekende partijen, waarvan de namen vermeld staan in de bijlage, met uitzondering van Igors Buimisters, worden verwezen in de kosten.

4)

Igors Buimisters wordt verwezen in zijn eigen kosten.

5)

De Europese Commissie en de Republiek Letland dragen elk hun eigen kosten.


(1)PB C 441 van 28.11.2016.