Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 8 november 2017
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 8 november 2017
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof EU
- Datum uitspraak
- 8 november 2017
Uitspraak
Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 8 november 2017 –
De Nicola/Hof van Justitie van de Europese Unie
(Zaak T‑99/16)
"„Niet-contractuele aansprakelijkheid - Openbare dienst - Personeel van de EIB - Psychisch geweld - Niet-eerbiediging van de regels van een eerlijk proces - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten - Redelijke termijn - Verzoeken tot schadevergoeding ingediend in het kader van een beroep aanhangig bij het Gerecht voor ambtenarenzaken - Gedeeltelijke terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht”"
1. Niet-contractuele aansprakelijkheidVoorwaardenOnwettigheidSchadeCausaal verbandOntbreken van een van de voorwaardenVolledige verwerping van het beroep tot schadevergoeding
(Art. 340, tweede alinea, VWEU)
(zie punten 21‑26)
2. Gerechtelijke procedureInleidend verzoekschriftVormvereistenVaststelling van het voorwerp van het geschilSummiere uiteenzetting van de aangevoerde middelenVerzoek tot herstel van de schade die naar verluidt is veroorzaakt door een instelling van de UnieElementen op basis waarvan het aan de instelling verweten gedrag, het causaal verband en de werkelijke en zekere aard van de veroorzaakte schade kunnen worden vastgesteld
[Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 76, onder d), en 86]
(zie punten 27, 28, 44, 61)
3. Gerechtelijke procedureDuur van de procedure voor het GerechtRedelijke termijnBeoordelingscriteria
(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47, tweede alinea)
(zie punten 53‑56)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 268 VWEU, strekkende tot verkrijging van een vergoeding voor de schade die verzoeker zou hebben geleden, ten eerste wegens het psychisch geweld dat hij van de Europese Investeringsbank (EIB) heeft ondervonden enerzijds en het oneerlijke karakter van de procedures voor het Gerecht voor ambtenarenzaken en het Gerecht waarbij verzoeker partij is geweest anderzijds, en ten tweede wegens de buitensporig lange duur van die procedures
Dictum
1) Het beroep wordt verworpen.
2) Carlo De Nicola wordt verwezen in de kosten van de onderhavige procedure zowel voor het Gerecht van de Europese Unie als voor het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.