Home

Zaak T-63/16: Beroep ingesteld op 15 februari 2016 — E-Control/ACER

Zaak T-63/16: Beroep ingesteld op 15 februari 2016 — E-Control/ACER

2.5.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 156/49


Beroep ingesteld op 15 februari 2016 — E-Control/ACER

(Zaak T-63/16)

(2016/C 156/67)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Energie-Control Austria für die Regulierung der Elektrizitäts- und Erdgaswirtschaft (E-Control) (Wenen, Oostenrijk) (vertegenwoordiger: F. Schuhmacher, advocaat)

Verwerende partij: Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Conclusies

het besluit van de raad van beroep van ACER van 16 december 2015 in zaak A-001-2015 nietig verklaren;

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Schending van wezenlijke vormvoorschriften

In de procedure die heeft geleid tot de vaststelling van het bestreden besluit zijn wezenlijke vormvoorschriften geschonden, namelijk E-Controls procedurele grondrecht om de rechtmatigheid te bestrijden van ACER’s advies nr. 9/2015 van 23 september 2015 betreffende de verenigbaarheid van de besluiten van de nationale regulerende instanties houdende goedkeuring van de methoden voor de toewijzing van grensoverschrijdende transmissiecapaciteit in Centraal- en Oost-Europa met verordening (EG) nr. 714/2009(1) en met de in bijlage 1 bij deze verordening opgenomen richtsnoeren voor congestiebeheer en toewijzing van beschikbare overdrachtcapaciteit van interconnecties tussen nationale systemen (hierna: „advies”) en E-Controls recht om haar standpunt kenbaar te maken.

2.

De raad van beroep van ACER heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door aan te nemen dat het advies geen besluit vormt in de zin van artikel 19 van verordening (EG) nr. 713/2009(2)

De raad van beroep van ACER heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door vast te stellen dat E-Controls beroep tegen het advies niet-ontvankelijk was omdat ACER’s advies geen besluit vormde in de zin van artikel 19 van verordening (EG) nr. 713/2009. Daarmee heeft hij E-Control het recht ontzegd om beroep in te stellen. Het advies waartegen beroep is ingesteld vormt wel een besluit in de zin van artikel 19 van verordening (EG) nr. 713/2009, aangezien het voor E-Control directe rechtsgevolgen heeft. Bijgevolg had E-Control het recht om beroep in te stellen en had de raad van beroep E-Controls beroep ten gronde moeten onderzoeken.

3.

De raad van beroep van ACER heeft zijn besluit niet toereikend gemotiveerd

De raad van beroep van ACER heeft het bestreden besluit niet toereikend gemotiveerd. Zijn juridische beoordeling bleef in beginsel immers beperkt tot de vaststelling dat het advies een tussenmaatregel vormt en een voorbereiding voor mogelijke verdere acties van de Commissie. Het bestreden besluit is niet gebaseerd op een beoordeling van E-Controls juridische argumenten en bevat geen toereikende motivering van (mogelijk tegengestelde) zienswijzen van de raad van beroep van ACER.

4.

De raad van beroep van ACER heeft de relevante rechtsbeginselen onjuist toegepast

De raad van beroep van ACER heeft zijn juridische beoordeling van E-Controls beroep beperkt tot de vaststelling dat het advies van ACER een voorlopige tussenmaatregel vormt die enkel dient ter voorbereiding van mogelijke latere acties van de Commissie. Volgens de raad van beroep van ACER kan dit advies daarom, als tussenmaatregel, niet het voorwerp van een beroep uitmaken. Die juridische zienswijze is onjuist. Het advies vormt een onafhankelijke, definitieve en op zichzelf staande handeling van een agentschap van de Europese Unie en kan derhalve zelf het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring en dus ook van een beroep op grond van artikel 19 van verordening (EG) nr. 713/2009. Indien de raad van beroep de relevante rechtsbeginselen correct zou hebben toegepast, dan had hij het advies nietig verklaard.