Home

Zaak C-44/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Hamburg (Duitsland) op 27 januari 2017 — The Scotch Whisky Association, The Registered Office/Michael Klotz

Zaak C-44/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Hamburg (Duitsland) op 27 januari 2017 — The Scotch Whisky Association, The Registered Office/Michael Klotz

18.4.2017

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 121/14


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Hamburg (Duitsland) op 27 januari 2017 — The Scotch Whisky Association, The Registered Office/Michael Klotz

(Zaak C-44/17)

(2017/C 121/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Hamburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: The Scotch Whisky Association, The Registered Office

Verwerende partij: Michael Klotz

Prejudiciële vragen

1)

Is voor „indirect commercieel gebruik voor […] producten” in de zin van artikel 16, onder a), van verordening (EG) nr. 110/2008(1) vereist dat de geregistreerde geografische aanduiding in identieke of in een vanuit fonetisch en/of optisch oogpunt vergelijkbare vorm wordt gebruikt, of volstaat het dat het aan de orde zijnde bestanddeel van het teken bij het doelpubliek op enigerlei wijze een associatie met de geregistreerde geografische aanduiding of het geografische gebied oproept?

Ingeval dat laatste volstaat: Speelt bij het onderzoek of sprake is van „indirect commercieel gebruik” dan ook een rol, in welke overige vermeldingen het aan de orde zijnde bestanddeel is ingebed, of kunnen die overige vermeldingen indirect commercieel gebruik van de geregistreerde geografische aanduiding niet verhinderen, ook niet indien het aan de orde zijnde bestanddeel vergezeld gaat van een aanduiding over de daadwerkelijke oorsprong van het product?

2)

Is voor een zinspeling („voorstelling”) op een geregistreerde geografische aanduiding in de zin van artikel 16, onder b), van verordening (EG) nr. 110/2008 vereist dat er een fonetische en/of optische gelijkenis tussen de geregistreerde geografische aanduiding en het aan de orde zijnde bestanddeel van het teken bestaat, of volstaat het dat het aan de orde zijnde bestanddeel bij het doelpubliek op enigerlei wijze een associatie met de geregistreerde geografische aanduiding of het geografische gebied oproept?

Ingeval dat laatste volstaat: Speelt bij het onderzoek of sprake is van een zinspeling dan ook een rol, in welke overige vermeldingen het aan de orde zijnde bestanddeel van het teken is ingebed, of kunnen die overige vermeldingen wederrechtelijke zinspeling door het aan de orde zijnde bestanddeel van een teken niet verhinderen, ook niet indien het aan de orde zijnde bestanddeel vergezeld gaat van een aanduiding over de daadwerkelijke oorsprong van het product?

3)

Speelt bij de beoordeling of sprake is van een „andere onjuiste of misleidende vermelding” in de zin van artikel 16, onder c), van verordening (EG) nr. 110/2008 een rol, in welke overige vermeldingen het aan de orde zijnde bestanddeel is ingebed, of kunnen die overige vermeldingen misleidende vermelding niet verhinderen, ook niet indien het aan de orde zijnde bestanddeel vergezeld gaat van een aanduiding over de daadwerkelijke oorsprong van het product?