Zaak C-136/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’Etat (Frankrijk) op 15 maart 2017 — G. C., A. F., B. H., E. D./Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL)
Zaak C-136/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’Etat (Frankrijk) op 15 maart 2017 — G. C., A. F., B. H., E. D./Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL)
29.5.2017 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 168/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’Etat (Frankrijk) op 15 maart 2017 — G. C., A. F., B. H., E. D./Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL)
(Zaak C-136/17)
(2017/C 168/33)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d’Etat
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: G. C., A. F., B. H., E. D.
Verwerende partij: Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL)
Prejudiciële vragen
1) | Is, gelet op de specifieke verantwoordelijkheden, bevoegdheden en mogelijkheden van de exploitant van een zoekmachine, het verbod voor andere voor de verwerking verantwoordelijken om gegevens te verwerken die onder de leden 1 en 5, van artikel 8, van richtlijn 95/46(1) vallen, onder voorbehoud van de in deze richtlijn bepaalde uitzonderingen, ook van toepassing op deze exploitant als verantwoordelijke voor de verwerking die bestaat in de activiteit van deze zoekmachine? |
2) | Indien de onder 1 gestelde vraag bevestigend wordt beantwoord:
|
3) | Indien de onder 1 gestelde vraag ontkennend wordt beantwoord:
Hoe moet daarnaast, als deze omstandigheid wel ter zake doet, de rechtmatigheid worden beoordeeld van de publicatie van de litigieuze gegevens op webpagina’s, die afkomstig zijn uit verwerkingen die niet vallen onder de territoriale werkingssfeer van richtlijn 95/46, en bijgevolg evenmin onder die van de nationale wetgevingen die deze ten uitvoer leggen? |
4) | Ongeacht het antwoord op de onder 1 gestelde vraag:
|