Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 5 oktober 2017
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 5 oktober 2017
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 5 oktober 2017
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 5 oktober 2017 – OJ
(Zaak C‑321/17)
"„Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Geen voldoende precisering van de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is - Kennelijke niet-ontvankelijkheid”"
Prejudiciële vragenOntvankelijkheidVerzoek dat geen enkele precisering van de feitelijke en juridische context verstrekt en de redenen voor de verwijzing naar het Hof niet uiteenzetKennelijke niet-ontvankelijkheid
(Art. 267 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 23; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 53, lid 2, en 94)
(zie punten 12‑21, 23 en dictum)
Dictum
Het door de tribunal du travail du Brabant wallon, division Nivelles (België), bij beslissing van 11 mei 2017 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.