Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 22 februari 2018
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 22 februari 2018
Gegevens
- Instantie
- Hof van Justitie EU
- Datum uitspraak
- 22 februari 2018
Uitspraak
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 22 februari 2018 –
Valkov/Europees Hof voor de Rechten van de Mens en Varhoven kasatsionen sad (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken) van de Republiek Bulgarije
(Zaak C‑701/17 P)
"„Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Onbevoegdheid van het Gerecht van de Europese Unie om kennis te nemen van een beroep tot nietigverklaring van een beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en van een beslissing van de Varhoven kasatsionen sad (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken) van de Republiek Bulgarije - Hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk”"
1. Hogere voorzieningMiddelenOntbreken van vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvattingNiet-ontvankelijkheid
[Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en 169]
(zie punten 10, 11)
2. Beroep tot nietigverklaringBevoegdheid van de UnierechterOnderzoek van de rechtmatigheid van een beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de MensDaarvan uitgeslotenOnderzoek van de rechtmatigheid van een beslissing van een nationale rechterlijke instantieDaarvan uitgesloten
(Art. 263 VWEU)
(zie punt 12)
Dictum
1) De hogere voorziening wordt afgewezen.
2) Vassil Monev Valkov draagt zijn eigen kosten.