Zaak T-256/17: Beschikking van het Gerecht van 12 juli 2018 — Labiri / EESC („Openbare dienst — Ambtenaren — Psychisch geweld — Minnelijke regeling — Uitvoering van het akkoord — Onjuiste rechtsopvatting — Onjuiste beoordeling — Misbruik van bevoegdheid — Beroep kennelijk rechtens ongegrond”)
Zaak T-256/17: Beschikking van het Gerecht van 12 juli 2018 — Labiri / EESC („Openbare dienst — Ambtenaren — Psychisch geweld — Minnelijke regeling — Uitvoering van het akkoord — Onjuiste rechtsopvatting — Onjuiste beoordeling — Misbruik van bevoegdheid — Beroep kennelijk rechtens ongegrond”)
17.9.2018 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 328/48 |
Beschikking van het Gerecht van 12 juli 2018 — Labiri / EESC
(Zaak T-256/17) (1)
((„Openbare dienst - Ambtenaren - Psychisch geweld - Minnelijke regeling - Uitvoering van het akkoord - Onjuiste rechtsopvatting - Onjuiste beoordeling - Misbruik van bevoegdheid - Beroep kennelijk rechtens ongegrond”))
(2018/C 328/65)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Vassiliki Labiri (Brussel, België) (vertegenwoordigers: J.-N. Louis en N. de Montigny, advocaten)
Verwerende partij: Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) (vertegenwoordigers: M. Pascua Mateo, K. Gambino en L. Camarena Januzec, gemachtigden, bijgestaan door M. Troncoso Ferrer en F.-M. Hislaire, advocaten)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, strekkende tot nietigverklaring van het besluit van het EESC van 23 juni 2016 om „geen uitvoering te geven aan een punt van de minnelijke regeling die partijen voor het Gerecht voor ambtenarenzaken hebben gesloten” in zaak F-33/15 en tot betaling van een bedrag van 250 000 EUR ter vergoeding van de materiële en immateriële schade
Dictum
1) | Het beroep wordt verworpen. |
2) | Vassiliki Labiri wordt verwezen in de kosten. |