Home

Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 februari 2019

Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 februari 2019

Gegevens

Instantie
Gerechtshof EU
Datum uitspraak
7 februari 2019

Uitspraak

Arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 7 februari 2019 –
Eglo Leuchten/EUIPO – Di-Ka (Lamp)

(Zaak T‑766/17)

"„Gemeenschapsmodel - Nietigheidsprocedure - Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een verlichtingstoestel voorstelt - Nietigheidsgrond - Ouder gemeenschapsmodel - Eigen karakter - Geïnformeerde gebruiker - Mate van vrijheid van de ontwerper - Artikel 6 van verordening (EG) nr. 6/2002”"

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenGeen eigen karakterModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukGlobale beoordeling van alle door het oudere model afgebeelde elementen

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, b), en 25, lid 1, b)]

(zie punten 20, 21, 47)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenStrijdigheid met ouder modelModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukGeïnformeerde gebruikerBegrip

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, b), 10, lid 1, en 25, lid 1, b)]

(zie punt 22)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenStrijdigheid met ouder modelModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukBeoordelingscriteriaVrijheid van de ontwerper

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 2, en 25, lid 1, b)]

(zie punten 25, 26, 49)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenGeen eigen karakterModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukVerzadiging van de stand van de techniekRelevantie

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, en 25, lid 1, b)]

(zie punt 29)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenGeen eigen karakterModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukAlgemene tendens inzake vormgevingGeen invloed

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, b), en 25, lid 1, b)]

(zie punt 32)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenGeen eigen karakterModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukAfbeelding van een verlichtingstoestel

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, b), en 25, lid 1, b)]

(zie punten 34, 35, 38‑42, 44)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenGeen eigen karakterModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukBepaling van de algemene indruk uit het oogpunt van de gebruikswijze van het voortbrengsel

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, b), en 25, lid 1, b)]

(zie punt 43)

GemeenschapsmodellenNietigheidsgrondenGeen eigen karakterModel dat bij de geïnformeerde gebruiker geen algemene indruk wekt die verschilt van de door het oudere model gewekte algemene indrukBepaling van de algemene indruk ten opzichte van een of meer individueel beschouwde oudere modellen

[Verordening nr. 6/2002 van de Raad, art. 6, lid 1, b), en 25, lid 1, b)]

(zie punt 57)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de derde kamer van beroep van het EUIPO van 26 september 2017 (zaak R 738/2016‑3) inzake een nietigheidsprocedure tussen Eglo Leuchten en Di-Ka Vertriebs

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Eglo Leuchten GmbH wordt verwezen in de kosten.