Home

Zaak T-175/17: Beroep ingesteld op 15 maart 2017 — Ostvesta/Commissie

Zaak T-175/17: Beroep ingesteld op 15 maart 2017 — Ostvesta/Commissie

14.8.2017

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/26


Beroep ingesteld op 15 maart 2017 — Ostvesta/Commissie

(Zaak T-175/17)

(2017/C 269/38)

Procestaal: Lets

Partijen

Verzoekende partij: Ostvesta, SIA (Riga, Letland) (vertegenwoordiger: J. Davidovičs, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Nietigverklaring van missieverslag THOR (2013) 11413-07/05/2013 van het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF), samen met de 15 bijlagen daarbij, van eindverslag nr. OF/2010/0827/B1, verslag nr. OF/2010/0827 en verslag THOR (2011) 27463, wegens ernstige onregelmatigheden, alsmede van de aanbevolen maatregelen die op basis daarvan zijn vastgesteld.

Verwijzing van verweerster in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.

De bestreden handelingen binden de belastingdiensten en rechterlijke instanties van de Staat en brengen rechtstreekse rechtsgevolgen met zich mee die de persoonlijke en concrete belangen en rechten van verzoekster aantasten, haar rechtspositie wijzigen en voor beroep vatbare handelingen vormen, gelet op:

de aard van de „eigen middelen van de Unie”, de douanerechten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen van de lidstaten die deze douanerechten moeten innen;

de aard van OLAF, die een bestuurlijke onderzoeksinstantie is die voor externe onderzoeken in de plaats treedt van de Europese Commissie;

de rol van de Europese Commissie als instelling met uitvoerende functies bij de toepassing van het douanewetboek van de Europese Unie.

2.

De bestreden handelingen zijn onwettig en onregelmatig, aangezien:

zij niet een aantal fundamentele elementen bevatten waarin in verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 is voorzien; dat wil zeggen dat zij geen gegevens vermelden betreffende de procedurele waarborgen, noch betreffende de personen die aan het onderzoek deelnemen, noch betreffende het verhoor van de wettelijke vertegenwoordigers van verzoekster, noch betreffende de voorlopige juridische kwalificatie;

zij op niet-gemotiveerde en tegenstrijdige wijze de aansprakelijkheid van de bevoegde autoriteiten uitsluiten;

OLAF niet de verplichting is nagekomen om het onderzoek objectief en onpartijdig en overeenkomstig het vermoeden van onschuld te voeren;

het missieverslag en het eindverslag onjuiste informatie bevatten vanwege onjuiste aanwijzingen of onvoldoende instructie;

de regeling van de Gemeenschappen op het gebied van antidumpingrechten is geschonden en onjuist is toegepast;

de regeling van de Gemeenschappen en de regeling van de Republiek Taiwan betreffende de op het BOFT [Bureau of foreign trade] rustende verplichting om de oorsprong van de door haar gecertificeerde goederen te controleren, is geschonden en onjuist is toegepast;

artikel 220, lid 2, onder b), van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, is geschonden en onjuist is toegepast;

de Verdragen en de wettelijke regels met betrekking tot de toepassing ervan, alsmede het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name artikel 41 daarvan, zijn geschonden.