Home

Zaak T-808/17: Beroep ingesteld op 11 december 2017 — Pethke / EUIPO

Zaak T-808/17: Beroep ingesteld op 11 december 2017 — Pethke / EUIPO

5.2.2018

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 42/44


Beroep ingesteld op 11 december 2017 — Pethke / EUIPO

(Zaak T-808/17)

(2018/C 042/62)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Ralph Pethke (Alicante, Spanje) (vertegenwoordiger: H. Tettenborn, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie

Conclusies

Verzoeker verzoekt het Gerecht:

zijn beoordeling over 2016 in de vorm waarin deze hem op 10 april 2017 ter kennis is gebracht nietig te verklaren;

voor zover nodig, het besluit van de raad van bestuur van het EUIPO van 18 oktober 2017 over de klacht die verzoeker uit hoofde van artikel 90, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie had ingediend, nietig te verklaren, en

het EUIPO te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zes middelen aan.

Eerste middel: beoordelingsfout van verzoekers directe chef

Verzoeker stelt dat zijn chef geen eigen beoordeling of kritische analyse heeft gegeven van de bijdrage aan het rapport van de uitvoerend directeur over verzoekers prestaties over het tijdvak 1 januari tot en met 17 oktober 2016 waarop het rapport ten dele betrekking heeft, en dat hij daarmee in strijd heeft gehandeld met besluit C(2013) 8985 final van de Commissie van 16 december 2013 betreffende algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 43 en artikel 44, lid 1, van het Statuut alsmede met de dienstaanwijzingen van het EUIPO.

Tweede en derde middel: onbevoegdheid om op de klacht te beslissen en gebrek aan onafhankelijkheid van het klachtorgaan

De uitvoerend directeur kan niet optreden als onafhankelijk klachtorgaan in procedures betreffende verzoekers jaarlijkse beoordeling, aangezien hij een beslissende rol heeft gespeeld bij de opstelling van het rapport. In de aanwijzingen van het EUIPO voor beoordelingen door de uitvoerend directeur zou zijn opgenomen dat in dergelijke gevallen een klachtcomité dient te beslissen over de klachten.

Vierde middel: willekeurige stopzetting van de dialoog over de klacht

Er heeft geen regelmatige dialoog over de klacht plaatsgevonden, met name door de willekeurige stopzetting van het gesprek door de uitvoerend directeur, hetgeen een schending vormt van de regels betreffende de klachtprocedure, namelijk het besluit van de Commissie en de daartoe gegeven dienstaanwijzingen van het EUIPO. Een doeltreffende rechtsbescherming voorafgaande aan het beroep bij de rechter ontbreekt.

Vijfde middel: ontoereikende motivering van het beoordelingsrapport

De bijdrage van de uitvoerend directeur en daarmee ook de beoordeling over 2016 zelf zijn op wezenlijke punten ontoereikend gemotiveerd, waardoor het verzoeker ten dele onmogelijk is om opmerkingen daarover te maken. De beoordeling van verzoekers prestaties door de uitvoerend directeur mist feitelijke grondslag en is vooral niet plausibel. Verzoekers prestaties als leidinggevende in het ‘Département Opérations’ zijn veel slechter beoordeeld dan in nagenoeg al zijn vorige beoordelingsrapporten. De motivering voldoet niet aan de dienovereenkomstig hogere motiveringsnorm.

Zesde middel: kennelijke beoordelingsfouten

De beoordeling over 2016 met daarin de bijdrage van de uitvoerend directeur bevat kennelijke beoordelingsfouten, aangezien er sprake is van onvolledige en willekeurig uitgekozen gegevens over de prestatie. Elke plausibiliteit over een objectieve beoordeling ontbreekt.

Het beoordelingsrapport op zich bevat geen uiteenzetting met getallen over verzoekers prestaties voor het betrokken deel van de beoordelingsperiode, aangezien verzoekers chef deze getallen uitdrukkelijk niet heeft opgenomen in zijn beoordelingsrapport.

De bijdrage van de uitvoerend directeur aan de beoordeling en daarmee noodzakelijkerwijs ook de beoordeling zelf bevatten onwaarheden en gaan uit van onvolledige en eenzijdig negatieve gegevens over de prestatie. De uitvoerend directeur maakt gebruik van arbitraire en niet ter zake doende waarderingsgrondslagen en gebruikt in grote mate niet de kernindicatoren die vooraf zijn gedefinieerd in de doelstellingen De bijdrage aan de beoordeling van de uitvoerend directeur verdraait aldus de feiten op een manier die een beoordeling van verzoekers prestaties zelfs niet meer benadert. Het kan niet rechtmatig zijn dat aan het einde van het jaar een slechte beoordeling plaatsvindt, zonder dat verzoeker ooit de mogelijkheid heeft gehad om te reageren op eventuele tekortkomingen in zijn prestaties.