Home

Zaak C-628/18: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 januari 2021 — Europese Commissie / Republiek Slovenië [Niet-nakoming – Artikel 258 VWEU – Markt voor financiële instrumenten – Richtlijnen 2014/65/EU en (EU) 2016/1034 – Geen omzetting in nationaal recht en/of mededeling van de omzettingsmaatregelen – Artikel 260, lid 3, VWEU – Verzoek tot veroordeling tot betaling van een forfaitaire som]

Zaak C-628/18: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 januari 2021 — Europese Commissie / Republiek Slovenië [Niet-nakoming – Artikel 258 VWEU – Markt voor financiële instrumenten – Richtlijnen 2014/65/EU en (EU) 2016/1034 – Geen omzetting in nationaal recht en/of mededeling van de omzettingsmaatregelen – Artikel 260, lid 3, VWEU – Verzoek tot veroordeling tot betaling van een forfaitaire som]

1.3.2021

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/2


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 januari 2021 — Europese Commissie / Republiek Slovenië

(Zaak C-628/18) (1)

(Niet-nakoming - Artikel 258 VWEU - Markt voor financiële instrumenten - Richtlijnen 2014/65/EU en (EU) 2016/1034 - Geen omzetting in nationaal recht en/of mededeling van de omzettingsmaatregelen - Artikel 260, lid 3, VWEU - Verzoek tot veroordeling tot betaling van een forfaitaire som)

(2021/C 72/02)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Scharf, G. von Rintelen en B. Rous Demiri, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Slovenië (vertegenwoordigers: T. Mihelič Žitko, A. Dežman Mušič en N. Pintar Gosenca, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordiger: S. Eisenberg, gemachtigde), Republiek Estland (vertegenwoordiger: N. Grünberg, gemachtigde), Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: G. Hesse, gemachtigde), Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Dictum

1)

De Republiek Slovenië is, door niet binnen de in het met redenen omklede advies gestelde termijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om te voldoen aan richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU, zoals gewijzigd bij richtlijn (EU) 2016/1034 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016, of althans deze bepalingen niet aan de Europese Commissie mee te delen, de verplichtingen niet nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 93 van richtlijn 2014/65, zoals gewijzigd bij richtlijn 2016/1034.

2)

De Republiek Slovenië wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van een forfaitaire som van 750 000 EUR.

3)

De Republiek Slovenië wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van de Europese Commissie.

4)

De Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Republiek Oostenrijk en de Republiek Polen dragen hun eigen kosten.


(1)PB C 427 van 26.11.2018.