Arrest van het Hof (Negende kamer) van 19 september 2019

Gegevens

Instantie: Hof van Justitie EU

Datum uitspraak: 19 september 2019

Uitspraak

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 19 september 2019 –
Polen/Commissie

(Zaak C‑358/18 P)^(*)

"„Hogere voorziening - EOGFL, ELGF en Elfpo - Uitgaven die niet in aanmerking komen voor financiering door de Europese Unie - Door de Republiek Polen gedane uitgaven - Producentengroeperingen - Producentenorganisatie”"

LandbouwFinanciering door het ELGF en het ElfpoGoedkeuring van de rekeningenWeigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de UnieregelingBetwisting door de betrokken lidstaatBewijslastVerdeling onder de Commissie en de lidstaat

(Verordening nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 52, leden 1 en 2; verordening nr. 885/2006 van de Commissie, art. 11, leden 1 en 2)

(zie punten 40‑42)

Hogere voorzieningMiddelenOnjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaalNiet-ontvankelijkheidToetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaalUitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

(Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

(zie punten 44, 45)

Hogere voorzieningMiddelenOntoereikende motiveringImpliciete motivering door het GerechtToelaatbaarheidVoorwaarden

(Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en art. 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 117)

(zie punten 74, 75)

Dictum

De hogere voorziening wordt afgewezen.

De Republiek Polen wordt verwezen in de kosten.